19 35 onnoodige administratie is wederom Bijdragen en verhaal inzake ondersteuning. Aan eigenlijke armlastigen, met inbegrip van de validen, werd in 1940 aan wekelijksche ondersteuning, noodsteun, steun van bijzonderen aard en noodvoorzieningen in totaal f 5.537.217,52 uitgekeerd en blijkens bovenstaand overzicht aan validen af zonderlijk f 880.665,17. Aan de eigenlijke armlastigen afzonder lijk is dus in totaal f 4.656.552,35 uitgekeerd. In 1939 werd betaald f 3.946.299.005, inbegrepen f 66.142,23 ingevolge de Armenwet uitgekeerd aan werkloozen. Door het verleenen van voorschotten zoowel door den Dienst Voorschotten en rechtstreeks als door bemiddeling van de Gemeentelijke Leen- borgstellingen, en Voorschotbank en door het verleenen van borgstellingen konden verscheidene personen opnieuw in eigen onderhoud voor zien of werd hun armlastigheid voorkomen. Door den Dienst werden uit dezen hoofde verstrekt 131 voorschotten tot een bedrag van f 10.126,60 en door bemiddeling van de Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank 109 voorschotten tot een bedrag van f 14.784,21. Bovendien werden vele voorschotten verstrekt aan personen, die b.v. kleeding, dekking of anderszins behoefden en die den prijs daarvan niet ineens konden betalen. Inzake gemobiliseerden uit gezinnen van armlastigen werd Restitutie van gerestitueerd aan steun, welke was verstrekt in afwachting steun, van de toekenning van kostwinnersvergoeding, een bedrag ad f 4.246,53. Ter vermijding van voor zoover mogelijk bevorderd, dat bijdragen van onderhouds plichtigen rechtstreeks aan belanghebbenden werden voldaan. Eenige malen kon een bepaald bedrag van, hetzij rechtmatig dan wel onrechtmatig, genoten steun ineens worden terugge vorderd, al of niet door bemiddeling van den bevoegden rechter, doch gewoonlijk door minnelijke schikking. Bovendien werden gedurende 1940 in 2 083 gevallen, hetzij door vrijwillige betaling, hetzij door toepassing van de artikelen 63 en volgende der Armenwet, verstrekte steungelden in weke lijksche of maandelijksche termijnen van de wettelijk aange wezen onderhoudsplichtigen of, na beëindiging der ondersteu ning, van de ondersteunden zelf teruggevorderd. Ingevolge minnelijke schikking werd in 1940 in totaal f 143.309,76 terugontvangen, waaronder bedragen van f 2.888,52, f 2.110,61, f 2.045,30, f 1.930,35, f 1.442,50 en f 1.080,95, die ineens werden betaald. Ingevolge rechterlijke uitspraak op grond van de art 63 e.v. van de Armenwet werd f 20.058,50 terugontvangen. In totaal werd derhalve aan restituties, bijdragen en verhaal inzake ondersteuning f 167.614,79 aan den Dienst terugbetaald. VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 553