35
42
Verzorgingshui s-M orsestraat 9.
Dit verzorgingshuis bood op 1 Januari plaats voor 141 valide
personen, nl. 81 mannen, 56 vrouwen en 2 echtparen, en 86 ver-
plegingbehoevenden, nl. 31 mannen en 55 vrouwen, te zamen
voor 227 personen.
De door de toenemende behoefte aan plaatsen voor verpleging-
behoevende patiënten noodig geworden verbouwing en uitbrei
ding van de Inrichting, welke in April 1939 is aangevangen,
kwam 17 Januari 1940 gereed. Hoewel de bijgebouwde en ver
nieuwde vertrekken eerst in Maart 1940 officieel werden open
gesteld, werden zij reeds op 18 Januari 1940 in gebruik genomen.
Van dien datum af biedt de Inrichting plaats voor 265 personen,
t.w. voor 141 validen (81 mannen, 56 vrouwen en 2 echtparen) en
124 verplegingbehoevenden (48 mannen en 76 vrouwen). De
Inrichting is door de verbouwing verrijkt met 2 groote zieken
zalen, eenige afzonderlijke kamertjes voor ernstige zieken, een
Rekening houdende met de kosten van pensionneering ten
laste van het Verzorgingshuis-Westeinde 58 bedroegen de Lasten
en Baten van deze inrichting over het jaar 1940:
Netto-kosten.
Op 192 verzorgden, waarvan 184 in het genot waren of werden
gesteld van de rente, bedoeld in de artikelen 369 en 370 der
Invaliditeitswet en ingevolge de Ouderdomswet 1919, 2 een uit-
keering ontvingen ingevolge de Ongevallenwet en 6 een pensioen
genoten, kon een gedeelte der verzorgingskosten worden ver
haald. Bovendien kon dit voor 109 personen uit anderen hoofde
geschieden. De kosten werden geheel terugbetaald voor 10 per
sonen met 1 694 verpleegdagen, waarvan 9 oude lieden met 1 356
en 1 maatschappelijk ongeschikte met 338 verpleegdagen.
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
f 119.654,71
1.978,95 x)
30.363,135
Bruto-bijdragen
f
89.291,57®
f
Bruto-kosten
Per verpleegdag f l,044.
Baten, zie art. 2 afd. A. van de Baten f 28.384,18“
Bijdragen personeel voor eigen en weduwen
en weezenpensioen
Lasten, zie Bedrijfsrekening art. 2 afd. A. der Lasten f 115.412,47
Premiën voor pensioen4.242,24
1) Het aandeel in de kosten van pensionneering ten laste van de inrichtingen
van den Dienst wordt begroot onder artikel 12 afd. A. der Lasten „Algemeene
Onkosten” en uit dezen post gekweten, terwijl de bijdragen van het personeel voor
eigen en weduwen- en weezenpensioen zijn opgenomen onder artikel 15 afd. A. der
Baten „Verhaal van bijdragen voor eigen en weduwen- en weezenpensioen”.