35
66
XV. HULPVERLEENING AAN VLUCHTELINGEN.
Algemeen.
Door de oorlogsgebeurtenissen te Rotterdam op 14 Mei werden
ruim 75 000 personen dakloos, waarvan er ongeveer 50 000 in
Rotterdam een nieuw onderdak vonden en circa 25 000 huisves
ting buiten Rotterdam zochten. Deze laatsten zijn voornamelijk
in de naaste omgeving van Rotterdam onder gebracht. ’s-Graven-
hage kreeg er ongeveer 8 000 te huisvesten, waarvan bijna 2 000
steunbehoevend waren.
Tot Regeeringscommissaris voor de hulpverleening werd
benoemd Mr. J. A. de Wilde. Met de algemeene leiding van en
de zorg voor de huisvesting en verzorging van personen, die ten
gevolge van het oorlogsgeweld onderdak van noode hadden,
werd, onder toezicht van den Secretaris-Generaal, waarnemend
Hoofd van het Departement van Binnenlandsche Zaken, de
„Commissie Burgerbevolking” belast. De uitvoering van alle
regelingen, welke ten behoeve van de huisvesting en verzorging
van de vluchtelingen in de verschillende gemeenten waren of
nog zouden worden getroffen, werd opgedragen aan het „Bureau
Afvoer Burgerbevolking”, gevestigd te ’s-Gravenhage.
Betreffende de huisvesting en de verzorging van de te dezer
stede verblijvende vluchtelingen had aanvankelijk Burgemeester
Mr. S. J. R. de Monehy de leiding. Hij liet zich bijstaan door
enkele vrijwillige krachten, die later oprichtten de Haagsche
Stichting voor Hulp aan Rotterdamsche Vluchtelingen. Deze
Stichting hield zich voornamelijk bezig met de ontvangst en de
huisvesting van vluchtelingen, die niet in eigen huisvesting
konden voorzien en niet door de burgerij werden opgenomen.
Deze werden in schoolgebouwen e. d. (zg. noodtehuizen) onder
gebracht.
Na het vertrek van Burgemeester de Monehy verzocht het
College van Burgemeester en Wethouders den Wethouder voor
Sociale Zaken de leiding betreffende de huisvesting en de ver
zorging van de te dezer stede verblijvende vluchtelingen met
alles wat daarmede verband hield op zich te nemen. Reeds spoe
dig na het aanvaarden van deze taak door den Wethouder voor
Sociale Zaken werd de Haagsche Stichting voor Hulp aan
Rotterdamsche Vluchtelingen opgeheven en daarvoor in de
plaats gesteld een ambtelijk apparaat: de Tijdelijke Gemeente
lijke Dienst voor verzorging van Rotterdamsche Vluchtelingen,
welke tijdelijke Dienst uitsluitend werd belast met het beheer
over de noodtehuizen x).
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
1) Het verslag van dezen ttjdelijken Dienst is als bijlage 35a aan het Gemeente
verslag toegevoegd.