Bijlage 35»
1 November 1940 nam Haagsehe Stich
ting voor hulp
aan Rotterdam-
sche vluchte
lingen.
Verslag van den Tijdelijken Gemeentelijken Dienst voor
verzorging van Rotterdamsche Vluchtelingen over
1940.
Op 1 November 1940 trad de Tijdelijke Gemeentelijke Dienst
voor verzorging van Botterdamsche Vluchtelingen in werking.
Voor het toezicht op den Dienst werd ingesteld een Commissie Beheer en
van Beheer, onder voorzitterschap van den Wethouder voor leiding.
Sociale Zaken en waarvan tot leden werden benoemd: de direc
teur van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisves
ting, van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, van
den Geneeskundigen en Gezondheidsdienst en van Gemeente
werken, Ir. van Hoytema, de Chef van de afd. B.V.B. der Ge
meentesecretarie, het lid van den Gemeenteraad mej. Romme
en, als leden van het bestuur der Haagsehe Stichting voor hulp
aan Rotterdamsche Vluchtelingen, de heeren van Karnebeek
en Vorstman.
Aan het hoofd van den Dienst werd geplaatst de heer K. C.
W. Rotteveel als Directeur en naast hem als Administrateur de
heer J. P. van Kats. Het verder noodige personeel werd te zijner
beschikking gesteld.
De Directeur was belast met de dagelijksche leiding van den
Dienst, de Commissie van Beheer had tot taak de geheele ver
zorging onder haar leiding te regelen.
Op den bovengenoemden datum van
de Directeur zijn taak over van de Haagsehe Stichting voor hulp
aan Rotterdamsche Vluchtelingen, die sedert den morgen van
15 Mei 1940 eerst gedurende eenige dagen onder een anderen
naam in opdracht van den Burgemeester het werk van het
verzorgen van vluchtelingen in tehuizen in vollen omvang op
zich had genomen.
Het aantal vluchtelingen, dat door de Haagsehe Stichting
werd onderhouden, bedroeg gedurende Mei 1940 gemiddeld 2 622
per dag met een hoogste sterkte van 2 681. In de volgende
maanden was de gemiddelde sterkte: Juni 2 431, Juli 2 087,
Augustus 1677, September 1 494, October 1347. Deze cijfers be
rusten op oude aanteekeningen, die niet meer geverifieerd
kunnen worden.
Ib verband met de zeer snelle wijzigingen, welke zich bij dezen Dienet
voordoen, is bet noodig gebleken in dit verslag tevens eenige gegevens op
te nemen over de eerste maanden van 1941.