2
18
Tehuizen,
kleeding, voe
ding enz.
Dienst
verzorgde
vluchtelingen.
31
25
252
239
153
Op 1 November 1940 waren de vluchtelingen verdeeld over
de 16 tehuizen Gaslaan 161, Surinamestraat 25, Hekkelaan 4,
Alb.-Thijmplein 33, Paets-van-Troostwijkstraat 83, Gouwestraat
13, Paviijoensgracht 27, Louise-Henriëttestraat 27, Hooge Prins-
Willemstraat 34, Belgische Plein 29, Kraijenhoffstraat 53, Crom-
vliet (Rijswijk), Kasteel de Binckhorst, Waalstraat 32, Hoefkade
99 en De-Gheijnstraat 51.
Het personeel voor den dienst in een tehuis werd van
Gemeentewege vastgesteld op een Leider, een dame voor de
huishouding, een administrateur en een nachtwaker, terwijl in
tehuizen met een sterkere bezetting eene assistente voor de huis
houding kon worden aangenomen. Dit personeel, dat thans op
arbeidscontract in dienst van de Gemeente kwam, werd genomen
uit hen, die tevoren reeds door het Bestuur der Haagsche Stich
ting voor werkzaamheden in de tehuizen waren aangewezen. De
dame voor de huishouding was intern, de anderen waren extern.
De in de tehuizen voorkomende werkzaamheden moesten door de
bewoners, zonder vergoeding, worden verricht volgens een door
den Leider op te maken rooster. Voor bijzondere werkzaamheden,
waarvoor aparte eischen moesten worden gesteld, of waarvoor
eenige vakkennis noodig was, kon een kleine vergoeding worden
gegeven.
Voor de verstrekking van kleeding en schoeisel waren de be
woners aangewezen op den Gemeentelijken Dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon.
Wat de nachtligging betreft, was elk tehuis voorzien van den
noodigen voorraad. Dit was eveneens het geval met het meubi
lair, den keukeninventaris en de huishoudelijke goederen.
Voor de voeding zorgde het hoofdkantoor van den Tijdelijken
Gemeentelijken Dienst. De voeding bestond uit een ontbijt en
een avondmaaltijd met brood en een warmen maaltijd te ongeveer
half een. De warme maaltijd werd bereid in de keukens van de
Gemeenteziekenhuizen aan den Zuidwal. Het brood en de melk
Aantallen door Op 1 November 1940 waren van de vluchtelingen, die oor
den Tijdelijken spronkelijk voor rekening der Gemeente werden verzorgd,
nog over 1112 personen, t.w. 191 gezinnen met te zamen 799
personen (w.o. coneubinaten), 36 alleenstaande vrouwen, 277
alleenstaande mannen.
Deze aantallen verminderden daarna als volgt:
1 December 923 160 640
31 December 798 130 534
en waren op 30 April 1941 gedaald tot
344 47 173
35a TIJD. GEM. DIENST VERZORGING R’DAMSCHE VLUCHTELINGEN.