30
Aantal
geasyleerde
patiënten.
De geesteszieken worden in den regel opgenomen in de
Ramaerkliniek; slechts indien de patiënt of diens familie dit
wenschen en voor zoover daar plaats beschikbaar is, geschiedt
dit in de St.-Jacobus-Stichting te Wassenaar of in de Kliniek
Ockenburgh te Loosduinen.
In 1940 zijn in de Ramaerkliniek opgenomen 550 (438), in de
St.-Jacobus Stichting 130 (134) en in de Kliniek Ockenburgh
113 (151) patiënten, tezamen 793 (723) patiënten, waaronder
284 (254) recidieven en van wie 46 (55) uit het Gemeentezieken
huis, terwijl in 80 (91) gevallen, zijnde 11 (12) geen voldoende
termen voor opneming aanwezig waren, waarvan in 8 (1) ge
vallen met opneming in het Gemeenteziekenhuis kon worden
volstaan.
Buitendien werden 27 (16) patiënten in een gesticht in be
waring gesteld, zijnde dit gevallen, waarin een bevelschrift
niet kon worden vermeden.
Voor de psychiatrische inrichtingen bedroeg het aantal ver-
pleegdagen: in de Ramaerkliniek 28 075 (27 872), in de St.-
Jacobus Stichting 11 096 (11117) en in de Kliniek Ockenburgh
9 244 (10 406), zijnde te zamen 48 415 (49 395) verpleegdagen, wat
een gemiddelde dagbezetting geeft voor de Ramaerkliniek van
76(6 (76), de St.-Jacobus Stichting van 30 (30) en de Kliniek
Ockenburgh van 25(4 (29), alzoo een totaal gemiddelde van 132
(135) patiënten.
De gemiddelde verpleegduur bedroeg voor de patiënten in de
Ramaerkliniek verpleegd 43,39 (54,87) dagen, in de St.-Jacobus
Stichting 68,92 (66,17) dagen en in de Kliniek Ockenburgh 69,50
(58,13) dagen, wat in totaal voor de klinieken een gemiddelden
verpleegduur geeft van 51,45 (58,80) dagen.
Toezicht op de in Door regelmatige wekelijksche bezoeken aan de drie boven
aangewezen genoemde psychiatrische klinieken en de gestichten Oud Rosen-
inrichtingen en burg en Bloemendaal, alsmede door periodieke bezoeken ten
krankzinnigen- getale van 66 (115) aan de gestichten en verzorgingsinrichtingen
gestichten ver- buiten de Gemeente, waartoe 36 (34) dienstreizen werden ge
pleegde patiën- maakt, werd contact gehouden met degenen, die de patiënten
ten’ in de ernstigste phase hunner ziekte behandelen en verzorgen
en wordt de band aangehouden met die patiënten, welke tijdelijk
buiten de vrije maatschappij verblijven.
Op 31 December 1940 waren in de drie klinieken 146 (159),
in de andere aangewezen inrichtingen 454 (413) en in de krank
zinnigengestichten 1436 (1414), alzoo te zamen 2 036 (1986)
geesteszieke patiënten in verpleging voor rekening van de
Gemeente aanwezig, gevende bij een aantal inwoners van 514 541
een promillagecijfer van 3,957 (3,938).
37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.