45 maal verwacht kan worden, is door deze onderzoekingen bekend geworden. Het is op de voorbereidende school nog te verwaar- loozen; zelden betreft het meer dan enkele leerlingen van een bewaarschool. Op de lagere school begint een tamelijk regel matige stijging van ongeveer 3 per jaar. Ruwweg kan men zeggen, dat in een klasse van 30 kinderen elk jaar één meer positief reageert, te beginnen met 1 of 2 in de eerste klasse. In één geval werd aanstonds tot doorlichting van de geheele schoolbevolking overgegaan, omdat het bestaan van een infec- tiebron was gebleken. Op een andere school werd op 8 Mei de reactie van von Pirquet in alle klassen gedaan, doch ten gevolge van de oorlogsomstandigheden niet nagezien. Omdat het meer een algemeen oriënteerend onderzoek betrof, was er nog geen aanleiding het onderzoek te herhalen. De tijd is nu voorbij, dat de schoolverpleegsters in de volks- Hoofdonrein. wijken „luizenzusters” werden genoemd. Het publiek weet nu wel beter. Men heeft haar als sociale werkster leeren kennen en waardeeren. Maar daarom wordt het hoofdonrein nog niet ver geten. De diagnose hoofdonrein zegt in het algemeen meer dan dat er luizen of neten zijn gevonden. Een ieder kan luizen krijgen, maar niemand hoeft ze te behouden. Armoede en zorgen maken de strijd er tegen zwaarder. Maar ook onvoldoende zorg en verantwoordelijkheid en onvoldoende ontwikkeling. Tegen een te snelle berusting en laten loopen van moeilijk heden (en luizen) moet voortdurend worden gestreden. Een op beurend woord en doeltreffende raad en hulp kunnen wonderen doen. Opvoeden van de moeders, zoodat zij zelf de hand aan de Nisska-kam leeren slaan, is hoofdzaak. Zorgvuldig wordt ver meden de zorg voor de reinheid van haar af te nemen door de kinderen bv. op gezette tijden te kammen. Van het een komt het ander en, wanneer het contact is gelegd, komen vaak meer moeilijkheden te voorschijn, die dan met vereende krachten kunnen worden aangevat. Op de daarvoor gestelde spreekuren der schoolverpleegsters werd in 5 901 gevallen hulp en voorlichting verleend ter be strijding van hoofdonrein. De bemoeiingen der schoolverpleegsters om degenen, die regelmatig Nisska-kammen in bruikleen vragen, er toe te brengen, door het sparen van enkele centen per week een vol doende bedrag bijeen te brengen, om voor zichzelf zulk een kam aan te schaffen, hadden tot resultaat, dat in 1940: 190 kammen werden gekocht. Hierbij moet in aanmerking worden genomen, dat gedurende ongeveer de helft van het jaar geen Nisska- kammen uit den handel te betrekken waren. VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 37

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 718