46 Uitzending van kinderen naar buiten. Reeds een aantal jaren is ook te ’s-Gravenhage voor een uit zending de toestemming van een schoolarts vereischt. Ten eerste is de uitzending beperkt tot kinderen van den leeftijd der leer lingen van de lagere scholen en ook wel bij kleuteruitzending van die van de voorbereidende scholen. Voorts ziet de school arts regelmatig alle schoolkinderen uit zijn wijk en kan hij dus het best een vergelijking maken. Zijn positie is onafhanke lijk tegenover de ouders der leerlingen. Zoo zijn de voorwaarden aanwezig, die een goede selectie mogelijk maken. De beoordee- ling van de noodzakelijkheid van uitzending blijft echter nog vaak zeer moeilijk. Gelukkig is in onze gemeente de toestand nog zoo, dat bij twijfel een aanbeveling tot uitzending altijd nog wel kan worden gedaan zonder gevaar, dat een ander kind daar door achter het net zou kunnen visschen. De uitzending is in 1940 wat gedrukt door moeilijkheden ten gevolge van den oorlogstoestand en ook wel door een zekeren schroom van de ouders hunne kinderen wat ver weg te laten gaan, omdat zij meenen ongerust te moeten zijn over een grooter gevaren-risieo. In het algemeen heeft echter ook in 1940 de uit zending haar heilzaam werk kunnen ontvouwen. Voor uitzending naar buiten hebben de schoolartsen in het jaar 1940: 1 886 kinderen aanbevolen. Er werden 1 507 kinderen uitgezonden, die door schoolartsen aanbevolen waren, dus onge veer 80 Dit aantal vormt van het aantal van 1775 kinderen, dat blijkens het jaarverslag van den Haagschen Raad voor Kinderuitzending in totaal werd uitgezonden, ongeveer 85 Bovendien werd door de uitzendende vereenigingen voor 272 kinderen keuring door de schoolartsen voor uitzending aange vraagd en werd voor 118 kinderen, die door de geneeskundigen van de consultatiebureaux voor zuigelingen en kleuters aanbe volen waren, voor uitzending in dagverpleging door de vereeni- ging „Naar het Strand” fiat aangevraagd. Onderscheidenlijk werd in 191 en 118 gevallen gunstig advies gegeven. Van deze gefiatteerde kinderen werden er 268 uitgezonden, dus ongeveer 87 Verlenging van fiat, omdat geen uitzending plaats vond binnen de vier maanden, gedurende welke het fiat geldig is, werd 280 maal aangevraagd. In 223 gevallen werd de verlenging goedgekeurd, in 8 gevallen bleek uitzending niet meer noodig, terwijl in de overige 49 gevallen wegens niet-verschijnen enz. geen beslissing kon worden genomen. Wijziging van fiat voor gezinsuitzending in fiat voor kolonie- uitzending werd 23 maal aangevraagd (hiervan 16 maal ver leend), terwijl wijziging van fiat voor kolonie-uitzending in fiat 37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 719