55
het b.l.o. kon Werkzaamheden
van den school
arts voor het
buitengewoon
lager onderwijs.
Door den ondergeteekende en den Leider der afd. Kinder- Kindertehuizen,
bescherming werd een aantal kindertehuizen bezocht. Op de
exploitatie konden in het algemeen geen aanmerkingen worden
gemaakt. Een paar tehuizen maakten een zeer goeden indruk.
In verband met besprekingen inzake het dagkoloniehuis „Naar
het Strand” werd met den Wethouder voor Sociale Zaken een
bezoek gebracht aan de Krabbebosschen (Rijsbergen) en Kleu-
terheil (by Tilburg).
Het werk van den schoolarts-psychiater voor
in 1940 op denzelfden voet als in vorige jaren worden voortgezet.
Slechts van 10 tot 20 Mei moest het worden onderbroken; daarna
kon het voortdurend ongestoord voortgang vinden. Ten behoeve
van de school voor slechthoorenden en spraakgebrekkigen werd
geregeld lichamelijk onderzoek en controle van leerlingen ver
richt. 5 malen •werd een leerling van deze school aan een experi
menteel psychologisch onderzoek onderworpen, hetzij ter voor
lichting bij de beroepskeuze, hetzij om uit te maken of overplaat
sing naar een school voor zwakzinnigen wenschelijk was.
Met den ambtenaar voor de nazorg van oud-leerlingen der
b.l.o.-scholen werd geregeld samengewerkt. Dientengevolge werd
bij 8 leerlingen van b.l.o.-scholen een uitvoerig psychotechnisch
onderzoek verricht, ten einde te beoordeelen, of zij bij het ver
laten der school voor een vereenvoudigde opleiding op een
ambachtsschool in aanmerking zouden kunnen worden gebracht.
Samenwerking met de afdeeling „Geestes- en Zenuwzieken”
werd geregeld in stand gehouden.
Gedurende het jaar 1940 namen 442 (409) leerlingen van Candidaten-
openbare en bijzondere scholen, die voor plaatsing bij het b.l.o. onderzoek,
waren voorgedragen, aan het daartoe ingestelde candidaten-
onderzoek deel en wel van openbare lagere scholen 275 (242) en
van bijzondere lagere scholen 167 (167). Kon reeds verleden jaar
worden gemeld, dat het totale aantal candidaten enorm was
gestegen en een nog nooit gekende hoogte had bereikt, het jaar
1940 overtrof het vorige jaar nog aanzienlijk. Ook thans komt
de stijging geheel voor rekening van het openbaar onderwijs:
het aantal candidaten van bijzondere scholen bleef immers
precies hetzelfde.
Niet tot het b.l.o. toegelaten werden 64 candidaten of 14,4
(42 of 10,3 terwijl 36 of 9,5 (33 of 9,0 der wel toegelaten
candidaten niet op een b.l.o.-school geplaatst werden. In 1940
werden evenwel 12 candidaten, die reeds in 1939 waren onder
zocht en toegelaten, 3 wier onderzoek reeds in 1938 had plaats
gevonden en zelfs 1, die reeds in 1937 was toegelaten, alsnog op
een b. 1. o.-school geplaatst. Van de in 1940 tot openbare buiten
gewone scholen toegelaten candidaten werden 11 of 4,8 (12 of
VERSLAG VAN DEN OEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 3 7