39 4 Bijslagen op kas- uitkeeringen. Werkloozen- steunregeling. desbetreffende vereeniging in beroep. Ten aanzien van deze beroepen besliste de Secretaris-Generaal van bet Departement van Sociale Zaken in 8 gevallen, te zamen betrekking hebbende op een bedrag van f 307,95, dat de Gemeente terecht bezwaar gemaakt had en in 1 geval, betrekking hebbende op een be drag van f 42,80, dat de Gemeente gedeeltelijk en wel tot een bedrag van f 9,55 ten onrechte bezwaar gemaakt had. Ingeval de onrechtmatige uitkeering verkregen was door het opzettelijk verzwijgen van inkomsten, tijdens werkloosheid uit loonarbeid genoten, of door een anderen vorm van bedrog, werd royement gevorderd en aangifte gedaan bij de politie. Dit geschiedde in 6 gevallen. Voor rekening van Rijk en Gemeente (Rijksbydrage voor 1940 voorloopig vastgesteld op 63 werden ook in 1940 op de kasuitkeeringen bijslagen toegekend om te voorkomen, dat uit de kas trekkende leden in ongunstiger omstandigheid zouden verkeeren dan wanneer zij als uitgetrokken of dubbel uitgetrokken werkloozen in ondersteuning zouden zijn opge nomen. Deze bijslagen bedroegen in 1940 in totaal f 25.722,09. Bij rondzendbrief van 22 Februari 1940, no. 301-1129, Afd. S., bepaalde de Minister van Sociale Zaken, dat de door hem in het jaar 1939 voorloopig vastgestelde duurtebijslag van 5 op de in de werkverruiming verdiende loonen en op de steun- uitkeeringen voor de in de gesubsidieerde steunregeling opge nomen werkloozen voor onbepaalden tijd zou worden gehand haafd. Voor kleine boeren en tuinders trof de Minister bij rondzendbrief van 23 Februari 1940, no. 308-1129, Afd. S., een overeenkomstige regeling. Voorts werd bij rondschrijven van den Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 19 Augustus 1940, no. 9-1392, Afd. S., bepaald, dat bij de berekening van den inge volge de werkloozensteunregeling toe te kennen steun met de verdiensten uit huishoudelijken arbeid weder op gelijke wijze rekening zou worden gehouden als met uit anderen hoofde ver kregen verdiensten. Deze bepaling werd bij rondzendbrief van den Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken van 28 Augustus 1940, no. 10-1392, Afd. S., eveneens van toepassing verklaard op kleine boeren en tuinders, met uitzon dering van C-boeren en C-tuinders. Bij Raadsbesluit van 2 September 1940 (Verz. 1940, no. 300) werd aan werkloozen, die diensten verrichten bij den Gemeente lijken Luchtbeschermingsdienst, een bijslag van f 0,10 per uur op het steunbedrag toegekend. Deze bijslag werd krachtens het schrijven van den Secretaris-Generaal van het Departement VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 742