41
5
Toen de vordering van schoolgebouwen steeds grooter ont
vang aannam, kon de commissie alle zich voordoende vraag
stukken op den duur niet langer in bijzonderheden overzien. Zij
achtte het daarom raadzaam, de voorbereiding van de noodige
regelingen, met voorbehoud van haar latere goedkeuring, in
eersten aanleg in handen te leggen van de schoolhoofden zelf.
Dezen toch kunnen de belangen van de verschillende scholen,
mede in verband met plaatselijke toestanden, van het meest nabij
beoordeelen.
De Gemeente werd daartoe verdeeld in 12 gebieden, in elk
waarvan een vertegenwoordiging, bestaande uit drie leden, uit
de schoolhoofden werd gekozen, namelijk één uit de hoofden der
in die wijk gelegen openbare scholen en twee uit die van ver
schillende richtingen van het bijzonder onderwijs. Voor de werk
zaamheden dezer vertegenwoordiging werden algemeene richt
lijnen aangegeven. Deze werkwijze bevorderde de vlotte afdoe
ning van zaken op uitermate bevredigende wijze.
In gevallen, waarin de huisvesting van de bevolking van
bezette scholen niet in eenig ander schoolgebouw kon plaats
vinden, hebben de Gemeente of de schoolbesturen daarin voor
zien door het huren van particuliere panden.
Aanvankelijk werd het onderwijs op de wisselende scholen
gedurende halve dagen gegeven. Waar eenigszins mogelijk,
werden, in onderling overleg tusschen de hoofden, voormiddag
en namiddagschooltijden voor elk der in eenzelfde gebouw
gevestigde scholen ingevoerd, zoodat op 31 December 1940 nog
slechts aan 3 openbare en 6 bijzondere scholen halve dagen werd
gewerkt.
Ten einde volledig onderwijs zooveel mogelijk te benaderen,
werd o. m. bijzondere aandacht geschonken aan het bezighouden
op andere wijze van leerlingen, gedurende den tijd, waarop zij
niet regelmatig konden schoolgaan, en, waar het oudere leer
lingen betrof, aan het opgeven van taken.
De mobilisatie onttrok vele onderwijzers aan hun gewonen
werkkring en het was vaak moeilijk geschikte en bevoegde
plaatsvervangers te krijgen. Het onderwijzend personeel deed al
het mogelijke, om aan de ongunstige invloeden, waarmede het
onderwijs te kampen had, het hoofd te bieden. Ook het niet-
onderwijzend personeel had een zware taak te vervullen.
Voor zoover thans kan worden beoordeeld, mogen de uit
komsten van het onderwijs worden geacht niet beneden het
normale te zijn geraakt. Als gevolg van de invoering van de
gewijzigde tijdregeling en, voor zooveel het avondonderwijs aan
gaat, in verband met de naleving van de verduisteringsvoor-
VERSLAG LAGER ONDERWIJS.