43 5 VERSLAG VAN DE COMMISSIE VAN TOEZICHT OP HET MIDDELBAAR ONDERWIJS TE S-GRAVENHAGE OVER HET SCHOOLJAAR 1939—1940. De Commissie leed in het verslagjaar een zw'aar verlies door het overlijden van haar ondervoorzitter, Generaal H. J. A. Feber. Zijn taak in de Commissie vatte hij zeer ernstig op en tot den laatsten dag hadden onderwijsvraagstukken zijn aandacht. In de eerste vergadering na zijn overlijden herdacht de voor zitter hem o.a. met de volgende woorden: „Vele jaren heeft Generaal Feber in het toezicht op het Haagsche middelbaar onderwijs een belangrijke positie inge nomen, eerst gedurende langen tijd als lid en voorzitter van de voormalige sub-commissie A en sedert de samenvoeging der sub-commissies A en B als ondervoorzitter van de vereenigde Commissie van Toezicht. Generaal Feber was door en door een onderwijsman. Gedu rende het grootste deel van zijn militaire loopbaan heeft hij het militaire onderwijs gediend, als leeraar aan de Koninklijke Mili taire Academie, als Hoofd van Onderwijs aan deze instelling en ten slotte als Inspecteur van het Militaire Onderwijs. Eigenlijk niet ten slotte, want na het verlaten van den actieven militairen dienst is hij nog vele jaren belast geweest met het toezicht op de studie van de officieren aan de Technische Hoogeschool. Deze groote onderwijservaring, gepaard aan een veelzijdige kennis, vooral op het gebied van de exacte vakken, maakten hem tot een waardevolle kracht, vooral voor het toezicht op de hoogere burgerscholen. Maar het waren niet alleen zijn groote bekwaamheid en ervaring, die hem zoo’n belangrijke plaats in ons midden deden innemen. Die heeft hij zich in niet mindere mate verworven door zijn voortreffelijke menschelijke eigen schappen, door zijn groote toewijding, zijn belangstelling in alles, wat het Haagsche onderwijs betrof”. Uit de Commissie trad mejuffrouw Ds. W. S. Wiardi Beek man, die zich door haar drukke werkzaamheden hiertoe genood zaakt zag. In haar plaats werd benoemd mevrouw M. H. J. P. van Buttingha Wichersvan Voorst Vader, secretaresse van het College van Curatoren der Gemeentelijke Lycea, waardoor tevens een persoonlijk contact met dit College behouden bleef. Voorts bedankte als lid de heer H. Jacobson, wiens werkzaam heden hem buitenslands riepen. Als zijn plaatsvervanger wees VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 814