43 14 Buitenlandsche schoolreizen. Schuurman voor het eerste en derde, Jaap Stotijn voor het tweede, en Willem Andriessen voor het vierde concert. Op deze concerten werden in het bijzonder de strijk- en blaasinstrumenten besproken en toegelicht. Verder had uit voering plaats van werken van Johan Wagenaar, Peter van Anrooy, Cor de Groot, Haydn, Beethoven, Schubert, Tschai- kowsky, Grieg, Borodin, Richard Strauss en Rabaud. Schooltooneel- De navolgende schooltooneelvoorstellingen vonden plaats: op voorstellingen. 28 en 29 October 1939 een viermaal herhaalde lezing over de Camera Obscura door Prof. Dr. J. Walch, met medewerking van de leden van het gezelschap „Het Residentie Tooneel”, Ph. de la Chapelle en A. Engers; op 9 en 13 December 1939 „De Pickwick Club” van Charles Dickens, door het gezelschap „Het Residentie Tooneel”; op 27 Januari 1940 „Een abel spel van Lanceloet van Denemerken” en „Die sotternie van den busken- blaser”, door de „Ghesellen van den Spele”, onder leiding van Adriaan Hooykaas; op 15 en 16 April 1940 „De Schoolmeester”, mime van Herondas, een fragment uit „De Wolken”, tooneelstuk van Aristophanes, „Grieksche Liefdesgedichten”, „De Verliefde Kat” naar Aesopus, fragmenten uit de werken „Julius Caesar” van Shakespeare, „Elektra” van Sophokles en „Gijsbreght van Aemstel” van Vondel, een en ander opgevoerd door de combi natie van schoolvoorstellingen, onder leiding van Nell Knoop en Ben Groenierop -7 Mei 1940 „Boefje” van M. J. Brusse, door het gezelschap „Het Residentie Tooneel”; op 8 en 9 Mei 1940 „De Koopman van Venetië” van Shakespeare, door hetzelfde gezelschap, De voorgenomen opvoering op 15 Mei 1940 van „Boefje” kon ten gevolge van de oorlogsomstandigheden niet doorgaan. Als gevolg van de stijgende spanningen in de internationale verhoudingen en het daarna intreden van den oorlogstoestand moesten de voorbereiding en het uitvoeren van schoolreizen van leerlingen naar en uit het buitenland blijven rusten. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 823