43
18
B. STATISTISCH GEDEELTE.
Het statistisch gedeelte van dit verslag sluit vrijwel geheel
aan bij dat van het verslag over het schooljaar 1938/1939.
Percentages, berekend uit de staten, en nadere gegevens,
met aanteekeningen.
Aantal
leerlingen.
Gymnasia, hoogere burgerscholen, handels(dag)school(-scholen)
en -avondscholen.
Nadat in 1939 voor het eerst sinds 1927 bij het dagonderwijs
het aantal leerlingen voor alle richtingen te zamen eenigermate
was verminderd, is het leerlingental in 1940 in dezelfde mate
weder toegenomen: de bevolking der scholen was in 1940 even
groot als in 1938.
Het gezamenlijk aantal leerlingen van de inrichtingen voor
gymnasiaal en h.b.s.-onderwijs te dezer stede, dat in 1939 even
eens eenige vermindering (49 leerlingen) onderging, nam in 1940
toe met 101 leerlingen, nl. van 6 536 op 15 September 1939 tot 6 637
leerlingen op 15 September 1940, waardoor dit aantal wederom
grooter was dan ooit te voren sinds den aanvang van deze
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
(Staat I.)
100,4
91,1
95,8
96,4
Te zamen
102,3
120,-
133,8
135,8
Bijzondere
Te zamen
106,2
100,7
98,3
86,3
Openbare gymnasia
Bijzondere gymnasia
Openbare h.b.s.
Bijzondere h.b.s.
Openbare handels(dag)-
school(-scholen)
98,9
117,3
91,6
114,7
82,5
122,3
1940.
91,-
216,1
109,3
206,7
71,9
108,3
Gem.
1931 t./m. 1935.
88,4
184,4
105,1
158,1
Gem. handelsavond-
seholen 2)
Gem.
1926 t/m. 1930.
93,7
128,5
98,1
109,1
Aantal leerlingen by den aanvang der schooljaren.
Indexcijfers (15 September 1926 100).
Gem.
1936 t./m. 1940.
86,3
215,-
107,4
203,-
Zie noot 2 op bladz. 40.
Gymnasiale afdeelingen der lycea inbegrepen, behalve t.a.v. het in noot 2 op bladz. 40
bedoelde lyceum.
Z) Tot en met 1929 toestand 1 October, daarna behalve voor één bijzondere school
31 December.