43
19
leer-
gen openbaar
en bijzonder
onderwijs.
Blijkens deze
lingen in 1940 bij de bijzondere inrichtingen iets kleiner dan de
vermindering van het aantal in 1939; bij de openbare inrich
tingen overtreft de vermeerdering in 1940 de afneming in 1939.
Uit de toegevoegde indexcijfers blijkt intusschen, dat de
bevolking der bijzondere inrichtingen in vergelijking met den
toestand in 1926 meer dan verdubbeld is, terwijl die van de
openbare inrichtingen vrijwel constant is gebleven.
Ten aanzien van de handelsschool is te vermelden, dat het
aantal leerlingen, evenals in 1939, is verminderd, waardoor het
thans bijna 9 pCt. kleiner is dan in 1926.
Bij het handelsavondonderwijs is eveneens wederom een ver
mindering van het aantal leerlingen zoowel bij het openbaar als
bij het bijzonder onderwijs waar te nemen, waardoor in 1940 de
totale schoolbevolking dezer inrichtingen, evenals reeds in 1934
t./m. 1936 en 1939, kleiner was dan in 1926. Hoewel het aantal
statistiek op 15 September 1926. De toeneming van het aantal
leerlingen sinds dit tijdstip (40,6 pCt) is belangrijk grooter dan
de vermeerdering der bevolking van ’s-Gravenhage (25,4 pCt.).
Bij de eerstgenoemde toeneming is met hetgeen vermeld wordt
op bladz. 24 t. a. v. het aantal leerlingen uit andere gemeenten
rekening te houden.
Bij de gemiddelden over de jaren 1936 t./m. 1940 blijkt heel Aantal leerlin-
duidelijk (ook voor het handelsavondonderwijs), dat de bevol
king bij het openbaar onderwijs óf achteruitging öf weinig toe
nam sinds 1926, terwijl bij het bijzonder onderwijs over de
geheele lijn een belangrijke toeneming is waar te nemen. Het
verloop van het aantal leerlingen, dat gymnasiaal en h.b.s.-
onderwijs genoot, verdeeld naar openbare en bijzondere inrich
tingen, volgt voor enkele jaren hieronder.
cijfers is de toeneming van het aantal
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
r>
15 September 1926
n
H
n
n
1930
1935
1938
1939
1940
Totaal.
4 719
5 036
6 268
6 585
6 536
6 637
106,7
132,8
139.5
138,5
140,6
15 September 1930
1935
1938
1939
1940
n
Aantal leerlingen, dat gymnasiaal en ii.b.s.-onderwijs genoot.
Openbare inrichtingen. Bijzondere inrichtingen.
3 110 1609
2 965 2 071
3183 3 085
3 217 3 368
3192 3 344
3 283 3 354
Indexcijfers (15 September 1926 100).
95,3 128,7
102.3 191,7
103.4 209,3
102.6 207,8
105.6 208,5