79 plichtigen tij dens de buiten gewone om standigheden. Van de 4 385 in 1939 voor de lichting 1941 ingeschreven per- Lichting 1941. sonen werden 1172 voorgoed ongeschikt verklaard, terwijl 1 ingeschrevene van het inschrijvingsregister moest worden af gevoerd, omdat hij ten onrechte was ingeschreven; de overige 3 212 ingeschrevenen zouden moeten zijn bestemd tot gewoon- of buitengewoon-dienstplichtige. In het rondschrijven van het Hoofd van het Afwikkelingsbureau van het Departement van Defensie van 19 Juli 1940, Vile Afd., no. 333 H, werd echter medegedeeld, dat nopens de lichting 1941 niet tot de gebruike lijke vaststelling van het contingent gewoon-dienstplichtigen zou worden overgegaan en de bestemming van de voor deze lichting ingeschreven personen tot gewoon- of buitengewoon- dienstplichtige, alsmede de beslissingen op aanvragen om vrij stelling wegens broederdienst eveneens achterwege moesten blijven. In dat schrijven werd tevens bepaald, dat de inschrijving van Lichting 1942. de daarvoor in aanmerking komende personen voor de lichting 1942 op de gewone wijze moest geschieden. Ofschoon de werk zaamheden zich voorloopig zouden beperken tot het verzamelen van de gegevens, welke noodig waren om te weten, wie voor de inschrijving in aanmerking zouden komen, diende er op te worden gerekend, dat deze inschrijving, evenals in vorige jaren, in de maand October zou plaats hebben. De in uitzicht gestelde nadere aanwijzingen voor de aan belanghebbenden te zenden oproepingen ter inschrijving zijn echter niet verzonden, zoodat tot de voorgenomen inschrijving dezer lichting niet is kunnen worden overgegaan. Afvoering van het register van dienstplichtigen (verlof-Gewoon-dienst- gangersregister) van in verband met hun leeftijd ontslagenen plichtigen. heeft, evenals in 1939, ook dit jaar niet plaats gehad, In de registers van dienstplichtigen van de lichtingen 1914 tot en met 1940 stonden op 1 December 1940 ingeschreven 22 932 gewoon-dienstplichtigen. Ook in dit verslagjaar is het in 1939, in verband met de Jaarlfjksch buitengewone tijdsomstandigheden, voor het eerst uitgestelde onderzoek, jaarlijksch onderzoek (inspectie) niet gehouden. Herhalingsoefeningen hebben om dezelfde reden evenmin Herhalings- plaats gehad. oefeningen. Zie voor ontslag van buitengewoon-dienstplichtigen het hier- Buitengewoon- boven vermelde bij gewoon-dienstplichtigen. Op 31 December dienstplich- 1940 stonden 30 523 buitengewoon-dienstplichtigen ingeschreven, tigen. Bij Besluit van 5 Februari 1940, no. 49, werd bepaald, dat Opkomst dienst- de buitengewoon-dienstplichtigen van de lichtingen 1938 tot en met 1940 in verband met de buitengewone omstandigheden tot opkomst in werkelijken militairen dienst werden verplicht. Dientengevolge zijn vóór 15 Mei van eerstgenoemde lichting

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 82