43 38 aan die instellingen, heeft de verdeeling der leerkrachten op nieuw een sterke wijziging ondergaan; over de jaren 1935 t./m. 1939 hadden 52,9 pCt. der leerkrachten méér dan 25 lesuren, in 1940 52,1 pCt., terwijl meer dan 20 lesuren hadden onderscheiden lijk 77,2 en 76,6 pCt. der leerkrachten en 10 en minder lesuren onderscheidenlijk 10,1 en 9,3 pCt. Bezuinigingsmaatregelen reorganisatie der school in 1936, verplaatsing der school en beperking van de toelating van leer lingen in 1937 verklaren de vermindering van het aantal leerlingen voor 1936/37 en 1937/38. Voor 1939/40 valt opnieuw een toeneming waar te nemen (nadat reeds voor 1938/1939 een belangrijke vermeerdering van het leerlingental was voorge komen), waardoor het totaal aantal leerlingen weer wat grooter was dan bij den aanvang van den cursus 1926/27, het eerste cursusjaar voor deze statistiek. Blijkens de gemiddelden vormden de mannelijke leerlingen steeds de meerderheid der schoolbevolking (ook in 1940 was dit het geval); deze gemiddelden liggen niet ver uiteen. Gemeentelijke Centrale School voor Machineschrijven. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. (Staat 1IA.) Aantal leerlingen bij den aanvang der cursussen. a. 64,1 60,9 Totaal. 119,5 120,6 102,4 72,8 102,2 103,8 56,6 51,4 Vr. 154,1 159,7 136,2 89,- 118,6 136,2 61,- 56,4 Aantal mannelijke en vrouwelljke leerlingen in pCt. van het totaal aantal. M. Vr. 55,1 44,9 51.6 48,4 54.7 45,3 52.8 47,2 Gein. 1926/’27 t./m. 1930/’31 1931/’32 t./m. 1935/’36 1936/1937 1937/1938 1938/1939 1939/1940 Vr. e. 31,5 20,1 48,4 39,1 10,5 50,4 44,4 18,5 37,1 53,- 11,2 35,8 6,4 37,- 5,6 43,- Indexcijfers (1926/1927 100). M. 100,1 98,6 83,4 63,6 93,- 85,6 Cursussen aangevangen in 1926 t./m. ’30 1931 ’35 1936 ’40 1940 Aantal leerlingen, in pCt. van het totaal aantal, dat a. nog dagonderwijs genoot. b. avondonderwijs genoot. e. geen onderwijs meer genoot. M. o. b. c. Gem. 1926/’27 t./m. 1930/’31 39,2 24,- 36,8 1931/’32 t./m. 1935/’36 46,9 13,2 39,9 1936/1937 50,- 16,- 34,- 1937/1938 63,4 12,6 24,- 1938/1939 64,1 2,3 33,6 1939/1940 60,9 4,1 35,- Totaal. a. b. c. 35.8 21,9 42,3 43.3 12,- 44,7 47.3 17,2 35,5 58.8 12,- 29,2 4,- 35,- 4,8 38,8

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 847