83
Bij schrijven van het Hoofd van het Afwikkelingsbureau Opbouwdienst.
van het Departement van Defensie d.d. 28 Juni 1940 werd be
slist, dat ingevolge de bevelen van den Duitschen commissaris
voor de demobilisatie van de Nederlandsche weermacht d.d.
24 Juni 1940 de sedert 15 Mei 1940 met groot verlof gezonden
onderofficieren, korporaals en soldaten zich vóór 8 Juli 1940
weder bij den burgemeester van hun gemeenten moesten aan
melden, wanneer zij geen arbeid konden vinden of weder werk
loos waren geworden en een vrijwillige aanmelding voor arbeid
in Duitschland niet had plaats gehad. Na toezending van een
op andere wijze in eigen onderhoud zou kunnen voorzien en niet
ten laste van de gemeenschap zou komen. In stede van legali
satie der handteekeningen zijn, evenals voor het eerste gedeelte,
betrouwbaarheidsverklaringen afgegeven. Telling hiervan heeft
in verband met het groote aantal aanvragen niet plaats gehad.
Bij rondschrijven van 6 Juli 1940, Vile Afd., no. 302 O., be- Inlevering milli-
paalde het Hoofd van het Afwikkelingsbureau van het Departe- taire kleeding.
ment van Defensie, dat zoo spoedig mogelijk moest worden
overgegaan tot het inleveren van de militaire kleeding en uit
rusting van het met groot verlof zijnde verlofspersoneel (reserve
personeel, dienstplichtigen van de landmacht, vrijwilligers van
den landstorm enz.) voor zoover bedoelde kleeding en uitrusting
Rijkseigendom was. Een uitzondering diende te worden gemaakt
ten aanzien van het personeel, dat voor den „Opbouwdienst”
bestemd was. Ten einde de Indeelings-districtscommandanten,
aan wie het in ontvangst nemen van deze goederen was opge
dragen, in staat te stellen in hun district een algemeene regeling
voor de inlevering samen te stellen, werd verzocht den districts
commandant vóór 15 Juli 1940 een opgaaf te zenden van het
getal groot-verlofgangers, dat in de termen viel om aan deze
inlevering deel te nemen.
Ingevolge deze en later ontvangen, eveneens hierop betrek
king hebbende, bepalingen zijn aan pl.m. 20 000 verlofgangers
kaarten ter invulling verzonden. De na terugontvangst lichtings-
gewijze opgemaakte alphabetisch-lexicographische opgaven be
vatten de namen van 13 028 personen. Wegens het niet opgeven
van adreswijzigingen moest in vele gevallen het bevolkings
register worden geraadpleegd.
Het met de uitvoering van de werkzaamheden betreffende Personeel,
de Landsverdediging belaste personeel van de afdeeling Mili
taire Zaken der Secretarie bestond in 1940 uit 27 vaste ambte
naren en uit een aantal crisisambtenaren, dat van Januari tot
en met Mei steeg van 68 tot 73 en vervolgens geleidelijk daalde
tot 42 op 31 December.