45 9 van de archieven en verzamelingen gemaakt door en het verstrek ken van inlich tingen aan autoriteiten en particulieren. Ook de namen der schenkers aan de Letterkundige Verzame ling zijn in de Bijlage te vinden. Voor de Verzameling Schildersbrieven werd van den heer H. Ch. G. J. van der Mandere een brief van Jozef Israëls met bij gevoegde door hem geteekende kwitantie ten geschenke ontvangen. Verliezen. Bij de beschrijving van het uitgebreide archief van het Hofje van Hoogelande, hier in bewaring gehouden, bleek, dat een groot gedeelte van dit archief bestond uit stukken uit het heerlijkheidsarchief van Alkemade en het familie-archief Cousebant. Daar deze stukken toevallig in het archief van het Hofje zijn beland en niets met ’s-Gravenhage te maken hebben, zal niemand ze in het Haagsche Gemeente-archief zoeken. Daar om werden zij met goedvinden van de eigenaars overgedragen aan het Algemeen Rijksarchief, waar reeds een deel van het archief van Alkemade berustte. Bovendien werden drie belang rijke 16e-eeuwsche handschriften met toestemming van Regen ten van het Hofje overgebracht naar de Nationale Bibliotheek. Aan den Algemeenen Rijksarchivaris werden een plattegrond van een plantage in de West en eenige oude kaarten van Neder land, die niet in de Gemeentelijke verzamelingen pasten, afge staan, terwijl eveneens met goedkeuring van Burgemeester en Wethouders drie dubbelen van de Prenten verzameling werden ten geschenke gegeven aan het Nederlandsch Landbouwmuseum te Wageningen. Aan den Gemeente-archivaris van Utrecht wer den eenige oude, Utrechtsche drukwerken, aan den Directeur van het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie een groot aantal niet-Haagsche prentbriefkaarten, die toevallig ver worven waren, toegezonden. De tijdsomstandigheden lieten niet na hun invloed op het h. Gebruik gebruik der verzamelingen te doen gelden. Gedurende de oor logsdagen en ook de eerste weken daarna kwamen vrijwel geen bezoekers of brieven om inlichtingen vragen. In Juni begon de belangstelling langzaam aan weer op te leven en in Juli waren de cijfers weer geheel normaal. Zoodat bij het einde van het jaar bleek, dat het geheele jaar niet zoo heel veel bij zijn voorganger was achtergebleven. Ten behoeve van Burgemeester en Wethouders en andere Gemeentelijke autoriteiten werden 12 rapporten gesteld, terwijl tevens vijfmaal over straatnamen werd gerapporteerd. Drie nieuwe straatnamen werden voorgesteld. De leeszaal werd bezocht door 427 bezoekers tegen het vorige jaar 432, terwijl deze 1376 bezoeken brachten tegen 1433 in 1939. Van buiten de Gemeente kwamen 107 bezoekers met 216 bezoe- VERSLAG ARCHIEF DER GEMEENTE.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 877