46 3 moesten doen besluiten dezen arbeid te staken, waarmede zij ons gedurende niet minder dan 13 jaren in velerlei opzicht heeft verplicht, hetgeen ik hier met bijzondere erkentelijkheid wil vermelden. In de Muziek-historische afdeeling hielp ons als vorige jaren de heer W. J. Soesman, voorts mej. A. Creutzberg en mej. L. Wellenstein. Bij de afdeeling Moderne Kunst werkte gedurende eenige maanden de heer N. Schuurman; bij de af deeling Oude Kunstnijverheid zette mej. J. Gallois haar ver leden jaar begonnen arbeid voort; voorts kwamen er Mr. L. J. F. Wijsenbeek en mej. W. M. Lunsingh Scheurleer. Van onze Mededeelingen verscheen de jaargang 1940 in twee Publicaties, stukken, waarin door verschillende leden van den Museumstaf bijdragen werden geleverd over voor onze verzamelingen be langrijke onderwierpen. Er wordt steeds druk gearbeid aan het dupliceeren van den Beschrijvings- beschrijvenden inventaris, terwijl de nieuwe aanwinsten ter- werkzaamheden, stond op de daarvoor voorgeschreven wijze in duplo worden ingeschreven. Het bezoek aan de Bibliotheek laat niets te wenschen over. Bibliotheek. Bovenal is het verheugend, dat van de studiegelegenheid op het gebied van de muziekgeschiedenis steeds meer gebruik wordt gemaakt, ook door het, door bemiddeling van bibliothe ken elders, uitleenen van werken voor buiten ’s-Gravenhage wonende geleerden. Ook voor het reproduceeren van hand schriften of zeldzame werken werd meer dan eens onze hulp ingeroepen. Ondanks onze bescheiden middelen wras het toch mogelijk om naast de aanschaffing van nieuw verschenen w’erken ook de lacune’s in het bestaande bezit te verminderen. Voortgezet werd de druk bezochte tentoonstelling „Drink- Tentoonstel- gerei uit vele Eeuwen” tot 28 Januari; zij werd gevolgd door lingen. een aanwinstententoonstelling uit de verschillende afdeelingen van 10 Februari tot 13 Maart. Van 31 Maart tot 7 Juli (met een onderbreking van 10 Mei tot begin Juni) hielden wij een zeer de aandacht trekkende tentoonstelling „Stillevens en Bloe men van 30 Schilders van Heden”; daaraan werd van 14 April af een afdeeling: „Het Oudere Stilleven” uit het bezit van het Museum in de gewone museumzalen toegevoegd. Van 20 Juli tot 15 September was er een „Keur uit de Werken van Jan Toorop”, welke een overzicht gaf van de werken van dezen meester; wjj hadden daarvoor de beschikking gekregen over de verzameling Dreesmann en de bezittingen van Nederlandsche musea en particulieren. In een serie zalen van den beganen grond werd ten slotte op 26 October een tentoonstelling ge opend: „Het tijdperk van de Camera Obscura, Kunst en Leven VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 883