»7«
27j
27/,
3
3-37»
37,
374
3’/,
37,
35/«
3’/4
4
47,
474
6
Bijlage 4
OVERZICHT DER GEMEENTE8CHULDEN
(Kasgeldleeningen uitgezonderd).
Kout»
ten honderd,
f 8.935.505,—
f 6.880.296,85
II.
f
f
f
194.965,13
3'/2
47.387,75 f
f
13.270,07
3'/2
204.432,70 f
61.296,18
1.053.996,48 f
3’/2
535.988,11 I f
f 15.036.201,50 f
Bedrag der
annuïteiten in 1940.
Bedrag der renten
over 1940.
2-/4
2Vj
3
3«/4
3'/2
4
4'/2
8.561,25
17.712,50
37.635,—
6.662,50
1.480,94
122.102,94
810.—
Rostant schuld op
31 December 1940.
III. Gewone leeningen, aangegaan met eigen fondsen.
f 4.462.459,58 f 159.916,63 f 106.587,—
“Bedrag van het
aflossings-
bestanddeel in de
annuïteit in 1940.
Bedrag van het
I rentebestanddeel
in de
annuïteit in 1940.
I. Gewone leeningen, aangegaan met derden.
f 112.500,—
5.657.500,—
1.080.000,—
36.882.000,—
11.744.000,—
3.113.900,—
8.376.100,—
10.979.000,—
92.351.080,—
21.965.000,—
9.840,—
6.500,—
450.000,—
6.400.000,—
133.000,—
f 199.260.420,—
Inschrijvingen op het Grootboek A der Gemeenteschuld
(inschrijvingen voor rond en 10 jaren).
f 380.500,—
708 500,—
1.254.500,—
205.000,—
52.000,—
3.055.500,—
18.000,—
5.674.000,—
Rente I Restant schuld op
ten honderd. 31 December 1941).
IV. Annuïteitsleeningen, aangegaan met derden (behalve het Rijk).
37, f 961.520,86 f 47.387,75 f 34.117,68 f
VII. Rijksvoorschotten Vereenigingsbouw (annuïteitsleeningen).
37, f 15.036.201,50 t 813.732,84 f 535.988,11 I f 277.744,73
V. Annuïteitsleeningen, aangegaan met eigen fondsen,
f 4.028.318,40 f 204.432,70 f 143.136,52 f
j Bedrag der aflossingen
in 1940.
VI. Rijksvoorschotten Gemeentebouw (annuïteitsleeningen).
f 18.972.140,86 f 1.053.996,48 f 777.212,39 f 376.784,09
