epvaart Bij besluit van den Burgemeester van 27 September 1941 no.72217 3.Z. werd hij benoemd tot Directeur van den dienst. Aan het einde van het verslagjaar waren 48 personen in vasten en één in tijdelijken dienst aan het Haven- en Marktwezen verbonden, terwijl een aantal losse werklieden gedurende korteren en langeren tijd bij den dienst werk zaam was. Tevens waren 5 personen in vasten dienst van den Gemeentelijken Reinigingsdienst, voor rekening van den dienst van Haven- en Marktwezen, bij het Marktwezen te werk gesteld. II. Visschershaven. Op 1 Januari 1941 bestond de Schevening- sche vloot uit 74 motorloggers, 1 stoomlogger, 3 motortreilers, 21 groote en 14 kleine kust- visschersvaartuigen. In den loop van het jaar werd dit aantal verminderd met 1 motorlogger die op zee verongelukte en met 25 motorloggers en drie motortreilers die door de Duitsche Overheid werd gevorderd. Van de op 31 December 1941 tot de Scheve- jaingsche vloot behoorende vaartuigen waren 24 motorloggers en 1 stoomlogger voor de vissche- rij in IJmuiden gestationeerd, terwijl 4 motor loggers in andere havens waren opgelegd. In het geheel vertrokken in het verslag jaar vanuit de Scheveningsche havens 18.153 vaartuigen naar zee terwijl 18.073 vaartuigen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 100