3
beneden f 5.000,4 leeningen, te zamen groot f 11.650,
van f 5.000,tot 10.000,1 leening, 6.300,
De reserve van de Hypotheekbank vermeerderde door bij
schrijving van de rente van het reservefonds tot rond
f 1.110.000, die van het Rijkshypothekenfonds tot f 257.000,
Hierna volgen de gebruikelijke gegevens betreffende de drie
instellingen afzonderlijk.
GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK.
In den loop van het jaar werden 75 aanvragen tot een ge- Aanvragen,
zamenlijk bedrag van f 875.172,50 in behandeling genomen, nl.:
a. 70 aanvragen (totaal f 861.022,50) om voortzetting van be
staande leeningen (wegens afloop van den leeningstermijn)van
deze aanvragen werden er 5 ingetrokken, de overige werden
alle toegestaan tot een totaal bedrag van f 803.672,50;
b. 4 overnemingsaanvragen (totaal f 12.150,van deze
aanvragen werd er 1 ingetrokken, de andere 3 werden toegestaan
en aangenomen tot een totaal bedrag van f 10.150,—;
c. 1 aanvrage om een nieuwe leening groot f 2.000,deze
werd ingetrokken, voordat de behandeling had plaats gehad.
Voor sluiting kwamen in aanmerking de 3 in dit jaar aan-Leeningen.
genomen posten, benevens 2 posten, samen groot f 7.800,—, welke
in 1940 reeds waren aangenomen.
Er kwamen dus 5 leeningen tot stand tot een gezamenlijk
bedrag van f 17.950,
Naar de grootte laten zich de gesloten leeningen verdeelen
als volgt:
5 September 1939 (bij- Vergoeding voor
vervroegde
aflossing.
Totaal 5 leeningen, te zamen groot f 17.950,
Het totaal der 444 (v. j. 517) uitstaande hypotheken beliep
op 31 December rond f 6.234.200,— (v. j. f 7.533.800,
De rentevoet van de in 1941 gesloten leeningen bedroeg voor Rente.
1 leening 4% voor 3 leeningen 4!6 en voor 1 leening 4%
Bij de 65 in 1941 voortgezette leeningen werd de rentevoet voor
1 leening bepaald op 3% voor 5 leeningen op 4 voor 18
leeningen op 4% voor 27 leeningen op 414 voor 12 leeningen
op 4% en voor 2 leeningen op 5
De in 1941 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal Aflossingen,
f 1.317.575,waarvan f 960.350,wegens algeheele aflossing
van 78 leeningen en f 214.200,wegens tusschentijdsche gedeel
telijke aflossing.
In verband met het Raadsbesluit van
lage no. 427) werd tot 1 September 1941 aan geldnemers, die hun
hypothecaire leeningen vervroegd aflosten, de gebruikelijke ver
goeding niet in rekening gebracht. Met ingang van laatstge
noemden datum werd deze maatregel ingetrokken.
Van 1 September t./m. 31 December 1941 werd aan vergoeding
voor vervroegde aflossing ontvangen een bedrag van f 797,83.
In 1941 werd éénmaal tot executie overgegaan, wegens fail- Executies,
lissement van den schuldenaar. Deze executie betrof acht
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ.