Kapitaal.
Rekening.
Reserve.
Beheer.
Aanvragen.
Leeningen.
Rente.
NOODHYPOTHEKENFONDS.
De behandeling der aanvragen en de administratie der ver
dere zaken betreffende het Fonds bleven opgedragen aan de
Gemeentelijke Hypotheekbank.
Ingesteld in 1916, had het Fonds oorspronkelijk ten doel het
verstrekken van tweede hypotheken, als aanvulling van de
eerste hypotheken der Gemeentelijke Hypotheekbank, ter bevor
dering van den aanbouw der middenstandswoningen, waaraan
in die oorlogsjaren een tekort was ontstaan. Later werden uit
dit Fonds slechts in zeer bijzondere gevallen hypotheken ver
strekt (Verordening 1930, No. 23). Voor het overige moge worden
verwezen naar het in de jaarverslagen over 1917, 1918 en 1919
medegedeelde.
In den loop van het jaar werden in behandeling genomen
5 aanvragen tot een totaal bedrag van f 92.950,alle betreffende
voortzetting (wegens afloop van den leeningstermyn). Zij werden
tot het aangevraagde bedrag toegestaan. Bovendien werd door
het Fonds behandeld een aanvrage om hypotheek in verband
met de „Hypotheekregeling 1940”. De aanvrage betrof een twee
tal panden op eigen grond aan het Westeinde, welke door bom
inslag waren beschadigd. Deze aanvrage werd toegestaan en
aangenomen tot een bedrag van f 9.980,
Nadat de hierboven genoemde panden waren hersteld, is de
leening gesloten. De rente werd hierbij bepaald op 4
Het totaal der 27 (v. j. 30) uitstaande hypotheken beliep op
31 December rond f 546.900,(v. j. f 588.200,
Voor de bovenbedoelde voortzettingen werd de rentevoet
onderscheidenlijk bepaald voor 1 leening op 4 en voor 4 lee-
beneden- en bovenwoningen aan de Egelantierstraat. De Bank
leed hierbij een verlies van f 20.752,06. Dit bedrag werd voor-
loopig als dubieus afgeschreven. In hoeverre de restant-vorde-
ring verhaalbaar is, moet nog blijken.
Ter zake van vroegere tekorten werd nog ontvangen een
bedrag van f 756,
Kapitaal werd in 1941 niet opgenomen. Op het kapitaal werd
f 1.336.125,— afgelost.
In verband met de sterke vermindering van het uitstaande
kapitaal is, evenals in 1940, de afschrijving op het disagio en
de leeningskosten verhoogd in verhouding tot de in 1941 plaats
gehad hebbende aflossingen en gebracht op f 36.500,—. Na af
schrijving van dit bedrag leverde de exploitatie een overschot
op van f 18.112,55. Het verlies van de Hypotheekbank bedroeg
dus f 20.752,06 f 18.112,55 f 2.639,51. Dit bedrag is gedekt
uit hetgeen in vorige jaren op de rekening „Afschrijving dubi
euze debiteuren” is gereserveerd.
Met de rente van het reservefonds ad f 37.947,50 bedraagt de
reserve thans f 1.109.998,09 of 17,8 van het bedrag der uit
staande hypotheken.
4
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ.