5
RIJKSHYPOTHEKENFONDS.
De behandeling der aanvragen en de administratie der ver- Beheer,
dere zaken betreffende het Fonds bleven opgedragen aan de
Gemeentelijke Hypotheekbank. Het Fonds is afkomstig van de
„Rijkspremiebouwregeling 1920”. In 1925 werden de door het Rijk
tegen een rente van 6 ’s jaars aan de Gemeente verstrekte
kapitalen op voordeeliger voorwaarden omgezet deels in een
obligatieleening, deels in een onderhandsche leening. In zijn
tegenwoordigen vorm verstrekte het Fonds tot in den loop van
het jaar 1934 hypotheken ook wel bouwcredieten op panden
op eigen grond (zie ook Verordening 1930, No. 23). Met het sluiten
van nieuwe hypotheken werd beoogd, door middel van de hier
uit voortkomende baten de verliezen te dekken, welke bij de
ingevolge de „Rijkspremiebouwregeling 1920” verstrekte hypo
theken waren geleden en vermoedelijk nog geleden zouden
worden. Bij het ontwerpen van de begrooting voor 1935 oordeel
den Burgemeester en Wethouders, dat met het oog op de aan
het bedrijf verbonden risico’s op dezen weg niet moest worden
voortgegaan. Zij deden van deze zienswijze mededeeling aan den
Gemeenteraad (Voorwoord begrooting Rijkshypothekenfonds
1935), die zich hiermede vereenigde. Voor het overige wordt,
voor zoover doel en gestie aangaat, verwezen naar het in de jaar
verslagen over 1921 en 1925 en in de Algemeene beschouwingen
op bladz. 1 van het jaarverslag over 1932 medegedeelde.
In den loop van het jaar 1941 werden in behandeling genomen Aanvragen.
26 aanvragen tot een gezamenlijk bedrag van f 788.130,waar
van 21 tot een bedrag van f 660.630,— betreffende de voortzetting
ningen, ten laste van één schuldenares, in verband met de zeer
ongunstige exploitatie-uitkomsten, op 2
De in 1941 ontvangen aflossingen bedroegen in totaal Aflossingen,
f 41.355,waarvan f 36.160,wegens geheele aflossing van
4 leeningen.
Ten aanzien van de vergoeding voor vervroegde aflossing Vergoeding voor
moge worden verwezen naar het in dit verslag op bladzijde 3 vervroegde
medegedeelde. aflossing.
Bij de executie door de Gemeentelijke Hypotheekbank van Executies.
8 beneden- en bovenhuizen aan de Egelantierstraat (zie blz. 3)
was het Noodhypothekenfonds eveneens betrokken. De hypo
thecaire vordering bleek niet gedekt. Het tekort bedroeg
f 1.788,60. Dit bedrag werd voorloopig als dubieus afgeschreven.
In hoeverre de restant-vordering verhaalbaar is, moet nog
blijken.
Behalve het bedrag ad f 9.980,verstrekt in verband met de Kapitaal.
„Hypotheekregeling 1940” (zie blz. 4), werd in 1941 geen kapi
taal opgenomen. Op het kapitaal werd f 41.355,— afgelost.
De exploitatie leverde een tekort van f 378,38 op. Na afschrij- Rekening,
ving van de dubieuze vordering bedraagt het verlies f 2.166,98.
Dit bedrag moet de Gemeente ingevolge de beheersverordening
bijpassen.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE HYPOTHEEKBANK ENZ.
L—1