3
5. LEENINGEN.
Verstrekt werden in 1941:
Deze cijfers waren in 1940:
A. Leeningen op
onderpand.
van:
De voorraad panden per 31 December 1941 is sinds 1 Mei 1940
gedaald met 19 291 stuks en f 217.758,25 kapitaal. Voor het
meerendeel betreft de daling de goud- en zilverpanden en de
juweelen. Een deel van het publiek is, verlokt door de buiten
sporig hooge prijzen, tot verkoop van goud, zilver en juweelen
overgegaan. Uit den aard der zaak kan de Bank de bedragen
der beleeningen niet op de thans geldende buitensporig hooge
prijzen baseeren, ofschoon natuurlijk wel met een prijsstijging
wordt rekening gehouden.
De Inspecteur heeft regelmatig controle uitgeoefend op den Controle,
aanwezigen voorraad goederen en gelden in de bijkantoren. De
door de beheerders der bijkantoren gedane taxaties worden
mede door hem regelmatig gecontroleerd.
In het verslagjaar zijn bovendien van een der bijkantoren
de geheele goederenvoorraad en van een der andere kantoren
de in één maand ingekomen goederen gecontroleerd.
Het zich steeds wijzigen der prijzen van alle voor beleening
in aanmerking komende goederen gaf zoowel aan den Inspecteur
als aan de met de taxatie belaste ambtenaren veel werk.
De gemiddelde beleensom per beleening bedroeg:
Zoodat een verschil is aan te wijzen
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE LEEN- EN VOORSCHOTBANK.
f
f 1.216.673,50
84 855
Totaal
f 1.307.008,75
Totaal
106 426
f
16 468
21571
f 14,33
Totaal gemiddelde
12,28
f
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen goederen
Diversen
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen
goederen
Diversen
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen goederen
Diversen
3 572
1531
40.607,25
9.406,—
4
61 931
32 378
12113
f 600,—
1.009.589,50
164.150,50
132.668,75
1941
f 232,50
19,11
7,10
13,42
Meer
330,—
Minder
Meer
Bedrag.
930,—
868.911
204.757,75
142.074,75
Effecten
Goud en zilver
Linnen en wollen goederen
Diversen
Minder
f
140.678,50
1940
f 150,—
16,30
5,07
10,95
Aantal leeningen
op onderpand.
4 1
45 463
28 806
10 582
f f 140.678,50
50.343,25
Meer Minder