12 schoolverzuim, 469 gevallen van andere misdra gingen, zooals wegloopen, zwerven, bedelen, dob belen, dronkenschap en 1700 gevallen van bal dadigheid). Behandeld werden 281 klachten over kinderver- waarloozing in verschillende vormen. Bovendien werden 1394 onderzoeken ingesteld op verzoek van Voogdijraden of andere autoriteiten, voor een deel verwaarloozing of misdragingen van kinderen betreffende. Processen-verbaal ter zake van misdrijven opge maakt tegen 1559 minderjarigen passeerden de Kinderpolitie, waarbij zoo noodig aan den Officier van Justitie werd gerapporteerd. 120 maal werd op een of andere wijze bemidde ling verleend, terwijl plm. 3000 maal aan autori teiten of particulieren advies of inlichtingen wer den verstrekt. In verband met de Verordening op het oprichten en het hebben van kinderbewaarplaatsen en het opnemen van pleegkinderen werden door de Kin derpolitie o.m. 1270 contröle-bezoeken gebracht en 2 processen-verbaal opgemaakt. Drie gezinnen werden door Burgemeester en Wethouders onge schikt verklaard tot het hebben van pleegkinderen. Opgemaakt werden 2 processen-verbaal ter zake onder de Kinderpolitie ressorteerende misdrijven, in beide gevallen ter zake art. 256 j°. art. 258 W. v. S. (verlaten van kinderen door de ouders). 278 minderjarigen werden op transport gesteld. Nachtverblijf. De inzake verstrekking van nachtverblijf met het „Tehuis voor Onbehuisden” getroffen regeling gaf niet tot klachten of moeilijkheden aanleiding. Parkeerregeling automobielen. De parkeerregeling voor automobielen bracht in 1941 geen baten op, aangezien van 10 Mei 1940 af geen autobewakers meer in functie zijn. Bewaking rijwielen. De regeling van de bewaking van rijwielen gaf een bate van f 22.367,50, tegenover kosten ten be drage van f 2.782,18. Het aantal onder bewaking gestelde rijwielen bedroeg in 1941 in totaal 2 054 300. De vacatures bij de rijwielbewaking wer den zooveel mogelijk door vroegere autobewakers aangevuld. Stationneerende voertuigen. Op 31 December 1941 stonden bij de Politie ingeschreven 33 stationneerende rijtuigen, 13 sta tionneerende automobielen en 69 huurauto’s. Toezicht op bioscoop- en tooneelvoorstellingen. Het aantal inspecties door de Politie ter controle van de richtige naleving der bepalingen, voort vloeiende uit de Bioscoopwet, en van die betref fende tooneelvoorstellingen bedroeg te zamen 442. Overtreding der bepalingen werd geen enkele maal vastgesteld. Arbeidswet. Het aantal door de Politie gehouden inspectiën ter controle van de richtige naleving van de be palingen der Arbeidswet bedroeg 13 861. Aan 1838 hoofden van ondernemingen werd toe gestaan voor een bepaalden tijd den arbeid van de in hunnen dienst zijnde arbeiders te doen voort duren langer dan het voor hun bedrijf vastge stelde uur. Logementen en tapperijen. Op 31 December 1941 stonden ingeschreven 125 logementen (waaronder slaapsteden), 480 lokali teiten, waar met vergunning sterke drank in het klein werd verkocht (met uitzondering van de hotel vergunningen) waaronder 3 buitengewone inrichtingen voor maatschappelijk verkeer en 185 restaurants. Vreemdelingen. Bjj de Politie meldden zich 1 687 vreemdelingen aan en 3311 af. Uitleidingen. Het aantal uitleidingen door de Politie naar Duitschland bedroeg 1 en naar België 11 (w.o. 4 van minderjarigen). Gevonden voorwerpen. Het aantal als gevonden aangegeven of gede poneerde voorwerpen bedroeg 26 264. Brandweer. In verband met de door den Secretaris-Generaal van het Departement van Binnenlandsehe Zaken voorgeschreven reorganisatie van het brandweer- wezen werd met ingang van 3 Maart de Politie- Brandweer als zoodanig opgeheven en een zelf standige beroepsbrandweer, met een eigen com mandant, ingesteld. Personeel der Brandweer. Onder den Commandant waren op 1 Januari 1942 bij de Brandweer werkzaam: a. 3 hoofdbrandmeesters, 1 adjunct-hoofdbrand- meester, 3 brandmeesters, 3 adjunct-brandmeesters, 20 onderbrandmeesters, 4 hoofdbrandwachts en 130 brandwachts (hiervan waren 60 man nog in dienst bij de Politie). b. 1 hoofd van de administratie, 1 bureauchef A, 1 ambtenaar A, 1 schrijver le klasse en 1 steno typiste. Brandkranen en -putten. Het aantal brandkranen in de openbare straat bedroeg op 31 December 6 474. Het aantal brand putten systeem Stang onderging in het afgeloopen jaar geen wijziging, evenmin het aantal brand putten in verbinding met het grachtwater; 4 nieuwe bronnen werden geslagen, zoodat dit aantal thans 25 bedraagt. Branden en alarmeeringen. In 1941 hadden plaats 193 schoorsteenbranden, 197 kleine binnenbranden, 16 zware binnenbranden, 16 uitslaande branden, 4 scheepsbranden en 171 buitenbranden, totaal 597 branden. Door gebruik van benzine of petroleum zijn 1 °/o, door gas 2,2 °/o en door electriciteit 4,3 °/o der branden ontstaan. In Gemeentegebouwen hadden in het verslagjaar 2 branden plaats; 4 maal werd in een Rjjksgebouw brand gebluscht. Behalve de alarmeeringen wegens de genoemde 597 branden waren er 92 brandgeruchten en 35 baldadige alarmeeringen per telefoon. Voor het opruimen van verkeersbelemmeringen rukten de beide kraanwagens 83 maal uit, terwijl 162 maal met verschillende voertuigen der Brand weer werd uitgerukt voor het verleenen van hulp in bijzondere gevallen. In 2 gevallen werd assis tentie bij brand buiten de Gemeente verleend. Het gemiddelde tijdsverloop tusschen alarmee- ring en hulpverleening bedroeg dit jaar 2 minuten 42 seconden. Het toezicht op de brandbluschmiddelen in de Rijks- en Gemeentegebouwen had geregeld plaats.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 16