J I
7
VERSLAG VAN HET BÜREAÜ WERKVERSCHAFFING EN PERSONEELSRESERVE.
Dienst of bedrijf.
3
1
1
4
1
2
3
1
3
77
17
6
49
1
2
1
4
2
2
1
2
2
Totaal
566 314
36
91
49
1037 t./m. 1938: Bank van Leening.
Reservisten.
Wachtgelders
a.
bijzonder onderwijs.
b.
1
14
1
4
1
1
3
1
1
3
1
6
1
3
5
1
15
13
6
3
7
164
8
8
35
8
6
‘21
3
3
1
6
1
13
7
12
18
2
2
2
4
f 24,02
25,89
25,26
23,49
381
11
3
4
13
11
30
9
2
1935
1940
1941
1 Jan. 1930
I
1
1 1341
1 Dec. 1941
1 Juli 1925
(oprichting reserve).
Arbeidsbeurs
Archief
Bouw- en Woningtoezicht
Bureau Afwikkeling, Inkwartie
ringen en Vorderingen
Centraal Badbeheer (Volksba-
den, Volkszeebad, zwembad-
Zuiderpark)
Crisis- en Distributiedienst
Duinwaterleiding
Gasbedrijf.
Electriciteitsbedrjjf
Gem. Bureau Werkverschaffing
en Personeelsreserve
Gemeentewerken
Geneeskundige en Gezondheids
dienst
Haven- en Marktwezen
H.b.s. Aronskelkweg
Kunsten en Wetenschappen
Leen- en Voorschotbank
Maatschappelijk Hulpbetoon
Musea
Onderwijs
Plantsoenen
Politie
Reinigingsdienst
Secretarie
Slachthuis
Stadsontwikkeling en Volkshuis
vesting
Telefoondienst
Ziekenhuizen
Ten aanzien van de geldelijke uitkomsten der
wachtgeldregeling en van de personeelsreserve zij
nog het volgende vermeld.
Het restant wachtgeld met schadeloon-reserve
bedroeg over 1941: f 115.590,32 tegen f 186.460,25 over
1940. Deze verlaging is het gevolg van de ruimere
gelegenheid voor te werk stelling van wacht
gelders.
Staat X geeft een overzicht van:
het totaal der door den Dienst der Personeels
reserve over 1941 uitgekeerde loonen en wacht
gelden;
de diensten, bedrijven en andere Gemeentelijke
instellingen, waarbij (en tot welke loonbedragen)
de reservisten en wachtgelders werden te werk
gesteld.
Staat XI geeft een specificatie van het restant
wachtgeld plus schadeloon.
f 24.64
25,84
25,38
24,10
categorieën door
elkaar genomen, bedroeg vóór 28 Juli 1941 f 24,66
en na dien datum f 24,99; hieruit volgt dus, dat
bet loon in geld voor den Haagschen arbeider
met f 0,33 per week is gestegen. Hiertegenover
staat de verhooging van uitgaven wegens het weg
rallen der emolumenten, als goedkoope levens
middelen enz.
De verandering in het stelsel der loonberekening,
welke door de invoering van het nieuwe loonbe-
sluit heeft plaatsgevonden, leidde voor de Haag-
sche arbeiders niet tot een aanmerkelijke verande
ring in de loonen zelf. Van een „omhoog trekken”
der lage loonen is slechts in geringe mate sprake;
h o o g e loonen kwamen zoowel onder de oude als
de nieuwe regeling zeer sporadisch voor.
De invoering van het Besluit Loonbepaling
Werkverruiming voor de Haagsche arbeiders heeft
geen loonsverbetering van beteekenis ten gevolge
gehad, integendeel, het meerendeel hunner heeft
door het wegvallen der zgn. emolumenten, ver
bonden aan de oude regeling, nadeel ondervonden.
264
134
213
199 2)
161 s)
96
5. Gemeentelijke Personeelsreserve.
De Gemeentelijke Personeelsreserve, die in 1925
werd ingesteld, is in 1941 vermeerderd met 3 per
sonen.
Het verloop onder de reservisten en de wacht
gelders door overlijden, pensionneering, vaste aan
stelling bjj andere diensten, ontslag, aanvulling
enz. is als volgt:
Stand op
225
55
181
83
48
51
t./m. 4). w.o. onderscheidenlijk 47, 9, 7 en 1 van het
Gevolgen van het Besluit Loonbepaling Werk
verruiming.
Teneinde een vergelijking mogelijk te maken
tusschen de oude en de nieuwe loonregeling volgt
hieronder een opgave van het gemiddelde loon per
werkverruimingsarbeider, die onderscheidenlijk in
de Gemeente, als heen en weer reizende, als inge-
kwartierde en in een kamp was te werk gesteld,
berekend over een tijdvak van 13 weken vóór en
na den datum van invoering van het Besluit Loon
bepaling Werkverruiming.
Arbeiders, geplaatst
bij de Gemeentelijke Werk
verruiming
als heen en weer reizenden
als ingekwartierden
in kampen
Het gemiddeld loon voor alle
vóór na
28 Juli 1941
De loonbetaling der reservisten en wachtgelders
geschiedt door de afdeeling Personeelsreserve van
liet bureau.
De hierna volgende staat geeft een overzicht van
Plaatsing van reservisten, wachtgelders en in
alKemeenen dienst gestelde ambtenaren.
STAAT IX.
Plaatsing van reservisten, wachtgelders en in
algemecncn dienst gestelde ambtenaren.