in de verschillende Drinkperiode na de groote vacantie. het bureau van den secretaris-penningmeester is de volgende regeling plaats. In de gymnastiekzaal van die school vereenigden zich n.l. op dien eersten drinkdag de verschillende leden van het plaatselijk schoolmelkcomité, leden van de commissie voor het onderwijs, vertegenwoordigers van rijks- en gemeente-inspectie van het onderwijs, de chef en de waarnemend chef van de afdeeling Onder wijs der gemeentesecretarie, het hoofd der school, de oudercommissie en vertegenwoordigers van de drie melkleveranciers, t.w. ,,De Sierkan,,De Nieuwe Landbouw’ en ,,De Residentie Melkinrichting' Enkele sprekers voerden het woord, waarna een rondgang door de school werd gemaakt en klassen het melkdrinken werd bijgewoond. Op verzoek van de melkleveranciers werd niet ineens op alle scholen gelijktijdig met melkdrinken aange vangen. Het aantal deelnemers werd echter geleidelijk opgevoerd. In de eerste week dronken slechts 12.896 kinderen, allen van openbare scholen afkomstig. In de week van 16 tot 21 Juni bleef het aantal ongeveer gelijk n.l. 13.411. De derde week was het aantal deelnemers echter reeds tot meer dan het dubbele gestegen, n.l. 28.786. Steeds meer bijzondere scholen sloten zich aaa. zoodat in de vijfde drinkweek (7 tot 12 Juli) in totaal 33.193 kinderen deelnamen. Hierna verminderde hun aantal weer geleidelijk, doordat op verschillende scholen de zomervacantie begon. In de laatste week vóór de groote vacantie van de openbare scholen (2831 Juli) was het aantal deelnemers gedaald tot 18.896. In den loop van Juli hebben Burgemeester en Wethouders op voorstel van onzen voorzitter, wethouder Buur man, weder toestemming gegeven om ook na de vacantie met den maatregel voort te gaan. Alzoo werd op 8 September opnieuw aan alle scholen met het melkdrinken aangevangen. Inmiddels was evenwel een ver- hooging van den melkprijs ingetreden, welke een verhooging van' de deelnemersbijdragen noodzakelijk heeft gemaakt. De vroegere indeeling van 6, 10 en 15 cent per week werd gewijzigd in 7, 11 en 16 cent per week. Dit nam niet weg, dat in de eerste week van 8 tot 13 September reeds weder 15.929 kinderen deelnamen. In het begin van de maand December dreigde het gevaar, dat de geheele schoolmelkverstrekking in het land zou moeten worden stopgezet. Zooals boven reeds werd gezegd, was de melkdistributie in den aanvang een groot beletsel voor een goede regeling, doch werd er dit op gevonden, dat voor elk deelnemend kind per 14 dagen slechts één bon van de vier, die per 14 dagen beschikbaar waren (n.l. elke week 2 bons van elk 1% liter) behoefde te worden ingeleverd. Bij de uitreiking van de nieuwe bonkaarten in den loop van de maand December bleek het centraal distributiekantoor een andere regeling voor de melkdistributie te hebben ontworpen. Van het stelsel van per week 2 bons voor elk kind, werd overgegaan tot dat van één bon per week, welke bon recht gaf op eenzelfde hoeveelheid als vroeger op de twee bons verkrijgbaar was. Deze nieuwe bon was echter niet te splitsen, zoodat de ouders door het inleveren daarvan voor de schoolmelk, voor thuis geen bon meer overhielden om ook aldaar melk te kunnen gebruiken. Voor vele ouders, die de op de distributiebons thuis te verkrijgen melk niet alleen voor hun kinderen bestemmen, doch daarvan ook voor de andere leden van het gezin gebruik maken, was dit een zeer groot bezwaar en hiervan zou zeker een sterk verminderde deelneming aan de schoolmelkregeling het gevolg zijn. Een bespreking van vertegenwoordigers van ons comité met vertegenwoordigers van schoolmelkcomité s uit andere gemeenten volgde. Algemeen was men van oordeel, dat het melkdrinken thans onmogelijk was gemaakt, tenzij aan de ouders der deelnemende kinderen wisselbons zouden worden verstrekt. De vertegen woordiger van het rijksdistributiekantoor, die mede bij de bespreking aanwezig was, achtte dit niet mogelijk vanwege de vele moeilijkheden, welke daaraan zoowel voor het centraal distributieapparaat als voor de plaat selijke distributiediensten waren verbonden. Op voorstel van onze vertegenwoordigers werd ten slotte besloten aan het rijksbureau voor de voedselvoorziening in oorlogstijd te verzoeken, in den vervolge niet per week één melkbon beschikbaar te stellen, doch per 14 dagen gelijktijdig twee bons. De ouders konden dan in vier weken volstaan met de inlevering van slechts één bon en behielden daarnaast in de inleveringsweek toch nog één bon voor melkgebruik thuis. Het centraal schoolmelkcomité heeft ten slotte na ampele bespreking met genoemd rijksbureau gedaan weten te krijgen, dat per periode van 4 weken, gelijktijdig 4 bons worden bekend gemaakt voor de melkdistributie. Thans behoeven de ouders dus, evenals bij het Haagsche voorstel, slechts éénmaal per 4 weken een bon voor schoolmelk in te leveren en zij behouden daarnaast voor deze vier weken nog drie bons, op elk waarvan liter melk verkrijgbaar is. In geen der vier weken behoeven zij dus thuis door de schoolmelkregeling melk te missen. Regeling van de administratie in de scholen en het secretariaat van het comité. Voor de administratie in de scholen en getroffen. Elke week brengen de kinderen de bijdrage mede voor een volgende drinkweek. Welke bijdrage men moet betalen is aan de ouders bekend gemaakt door middel van deelnemerskaartjes, waarop de klasse van deel neming is vermeld. De klasse-onderwijzer verzamelt het geld en houdt daarvan aanteekening op een klasse- staat, welke een geheel schooljaar kan dienst doen en waarop de namen der deelnemers alphabetisch zijn opgenomen met vermelding van de klasse van'deelneming. Eenmaal per vier weken (vroeger eenmaal per twee weken) moet een melkbon worden ingeleverd. Ook hiervan wordt op den klassestaat aanteekening gehouden. Wie geen bon inlevert, ontvangt ook geen melk. Het hoofd der school, of een door hem aan te

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 229