4
Ten aanzien van de gemeentefondsbelasting worden hierna
de cijfers gegeven over de belastingjaren 1938/39, 1939/40 en
1940/41 voor zoover tot 1 Februari 1942 bekend. Deze gegevens
werden samengesteld uit door de administratie der Rijksbelas-
tingen maandelijks verstrekte opgaven.
Bij deze cijfers is geen rekening gehouden met ontheffingen
na reclame, wegens overlijden en verlaten van het Rijk, evenmin
met afschrijvingen wegens onvermogen en oninbare posten.
Hieruit blijkt, dat het belast vermogen over het laatste jaar
in de groepen van f 50.000,af verminderde en wel het meest
in de laatste twee groepen, omvattende de belaste vermogens
van f 100.000,— en daarboven.
De verhouding, uitgedrukt in percenten, van het aantal aan
geslagenen en het belast vermogen naar groepen van vermogens
blijkt uit de volgende samenvatting.
Het totaal aantal aangeslagenen bedroeg in de jaren 1938/39,
1939/40 en 1940/41 onderscheidenlijk 15 685, 15 678 en 15 591.
100,- I
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
Groepen van vermogens.
1939/40 1940/41
1938/39
1939/40
100,-
100,-
100,
100,-
100,-
III. Gemeentefondsbelasting.
Gemeente-opcenten.
Bedrag.
J
Belasting
jaar.
Aantal
aangesla-
genen.
132 661
137 079
143 215
Aangeslagenen in percenten
van het totaal.
67
67
70
Belaste vermogens in per
centen van het totaal.
14,8
13,9
40,1
31.2
Hoofdsom
en
opcenten.
16,9
15,1
40,7
27,3
Hoofdsom.
55,6
21,-
20,7
2,7
57,3
20,7
19,5
2,5
f 8.108.945,—
8.262.575,—
8.398.008,—
f 13.465.663,—
13.710.416,—
14.191.462,—
15,4 f
14,4
29,2
54,8
21,1
21,1 I
3,-
1
1938/39
1939/40
1940/41
50.000,-
100.000,—
500.000,—
500.000,en daarboven
f 5.356.718,—
5.447.841,—
5.793.454,—
1940/41 1938/39
f 16.000,— tot f
50.000,—
100.000,—
1) In deze hoofdsom is begrepen f 114.352,over 1938/39, f 132.208,over
1939/40 en f 121.564,over 1940/41 wegens niet binnen de Gemeente wonende of
gevestigde belastingplichtigen, van wie geen opcenten zjjn geheven.