J
1
TT
9
F.
1. Grondbelasting.
Aantal, oppervlakte en belastbare opbrengst der perceelen.
B. Bedrag der kohieren.
Heffing van RJjksbelastingen te ’s-Gravenhage. met de daarop geheven
R|jks-, Provinciale- en Gemeente opcenten.
(Overgenomen uit de Statistiek der Rijksfinanciën.)
3
-
•i
S
In vorenstaande opgaven zijn niet opgenomen de netto-
opbrengsten van de schoolgelden der Zeevaartschool over
1938/39, 1939/40 en 1940/41 ten bedrage van onderscheidenlijk
f 5.137,50, f 4.243,73 en f 5.831,60, aangezien sinds 1 Augustus
1935 het schoolgeld voor deze inrichting van onderwijs niet
meer berekend wordt naar het jaarlijksch inkomen.
H
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
A.
Belastbare opbrengst.
ha
a
ca
Opcenten.
Hoofdsom, i)
Gebouwd,
Ongebouwd,
5
Bedrag.
Bedrag.
Bedrag.
Dienst-
jaien.
1935
1936
1937
1S3S
1939
Dienst
jaren.
1935
1936
1937
1938
1939
33 626 33 432 f 2.061.771-
34 036 - -
34 245
34 498
34 382
Aantal
aanslagen.
33 794
34 487
34192
34 532
Aantal
belaste
perceelen.
75 027
75 968
76 377
77 009
77 981
Gebouwde
eigendommen.
1 254
1 259
1 267
1 256
1 272
Aantal
belaste
perceelen.
20
20
20
20
20
voor de
Provincie.
20
20
20
20
20
4 926
5 008
5 118
5 090
5 195
6617
6 618
6 618
6 619
6 619
80
80
80
80
80
voor de
Gemeente.
66
05
19
31
37
Gebouwde
eigendommen.
20
20
20
20
43.692.060,—
44.185.191,—
20
20
20
20
20
voor de
Gemeente.
Ongebouwde
eigendommen.
Hoofdsom
en alle
opcenten.
Totaal
der
belasting.
75 530
75 609
75 776
75 667
75 796
TJ
C5
•o
O
s>
bc
O
07
24
17
88
31
f4.643,-
„4.505,—
„4.482,-
„4.470,-
„4.396,—
f412.354,—
„420 813,—
„425.313.—
„429.674,—
„435.575,—
voor het
Rijk.
f 23.215,—
22.524,-
22.409,—
a.x*o.o< x,22.350,
2.177.875,- 21.979,—
f 42.364.376,—
43.213.203,—
n
44.785.730,—
f 387.030,—
375.381,—
373.581,—
372.620,—
n
366.288,—
Ongebouwde
eigendommen.
I Aantal
j onbelastbare
perceelen.
Aantal
onbelastbare
perceelen.
Oppervlakte der
gebouwde
en ongebouwde
eigendommen.
0 Over 1935 en 1936 werd 35 en van 1937 af van de gebouwde eigendommen 35 en van de ongebouwde eigendommen
50 van de hoofdsom aan de Gemeente uitgekeerd. Het overige gedeelte der hoofdsom komt ten goede aan het Rijk en aan
net in 1935 ingestelde werkloosheidssubsidiefonds.
J I '5
g j Bedrag, j
f412.354,—
„420.813,—
„425.314,—
„429.675,—
„435.575,-
„2.104.067,—
„2.126.568,-
2.148.372,—
f 1.649.416,—
1.683.254,—
1.701.254,—
„1.718.698,—
„1.742.300,- 20
voor de
j Provincie.
Bedrag, i s
I
|f4.643,—!f 4-568.396,—
„4.505,-! 4.660.481,—
„4.482,— 4.709.822,
„4.470,—4.757.709,—
j „4.396,— 4.822.096,—