11 Totaal der belasting in hoofdsom en de daarop geheven opcenten.1 C. 3. Gemeentefondsbelasting. VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN. Dienstjaren. 1935 3) f 7.808.592,— f 4.306.059,— f 3.502.533,— 1936 4) 4.572.870,— 7.836.910,— 3.264.040,— 1937 7.757.724,— 3.114.185,— 4.643.539,— 1938 7.821.848,— 4.676.006,— 3.145.842,— 1939 7) 7.756.280,— 3.128.100,— 4.628.180,— 1940 8) 7.607.252,— 4.528.806,— 3.078.446,— n n Dienst- Aantal jaren. Bedrag. f 13.823.7212) 1935/36 7.129.673 f f 5.455.771 f 4.670.637 7.224.806 65 f 133 661 13.407.754 3) 1936/37 5.008.509 6.839.215 70 129 054 6.715.144 n n 14.077.774*) 1937/38 4.909.726 7.221.709 70 5.050.426 7.109.586 128 779 n 15.564.337’) 1938/39 4.899.515 8.101.319 67 5.437.685 8.008.994 131 730 16.736.290®) 1939/40 4.746.427 8.158.956 67 8.037.856 137941 n r> n n r> n n n Hoofdsom 9) na kinderaftrek. Hoofdsom met i algemeene en Gemeente- opcenten. Totaal van hoofd som en opcenten. 1936/37. 1937/38. 1938/39. 1939/40. 1940/41. Uitkeering uit het Gemeentefonds voor de gemeente ’s-Gravenhage. Aan tal. 3) En van jaar 1934/1935 gegevens verstrekt, lieronder f 173.724— Opcenten voor de Gemeente. Hoofdsom zonder navorderingen aanslagen. of verhoogingen. Natuurlijke personen binnen het Rijk wonende. i Gemeente-opcenten. I Hoofdsom met inbegrip van navorderingen en verhoogingen. 4.777.359 1) De hieronder genoemde cijfers omvatten de geheele onzuivere opbrengst, d.w.z. voor aanslagen over een gedeelte van het. jaar de bedragen berekend naar het tijdvak van aanslag. qq170, uver 1936 70190, uVci 1937, 1938, 1939 cu 1940 80200 opcenten, vorige belastingjaren vallende onder het boek ingstjjd vak 1935/36. n h n n n n n n M n n w n n 1935 af wordt 80 van de eerste drie grondslagen in het werkloosheids- 5.468.716 1) Betreffende niet binnen het Rijk wonende of gevestigde belastingplichtigen zjjn het laatst over het belastingjaar 1934/1935 gegevens verstrekt. 2) Hieronder f 173.724,— algemeene opcenten (geheven over 1933/34 en 1934/35maximum aantal 150) en f 1.754.554,— opcenten (25) voor het werkloosheidssubsidiefonds. 3| Als voren, ondersch. f 107.100,— en f 1.684.080,—. 296,- en 1.805.344,—. 5) 20,— en „2.025.313,—. t) Hieronder f 1.068.881,— RtJksopcenten (15) en f 2.039.738,— opcenten (25) voor het werkloosheids subsidiefonds. l) De hieronder genoemde cijfers omvatten de geheele onzuivere opbrengst, d.w.z. ”2) Over 1935 50—170, over 1936 70—190, over 1937, 1938, 1939 en 1940 80—200 opcenten. Jï TPw von TvöIo<34-1 ov-rivv vn 11miHzx An/lor hof hi/vrib-innrcbiirivnlr IQQFv/QA ‘i Van 1935 af wordt 80 van subsidiefonds gestort, terwijl de rest van de hoofdsom aan de Gemeente wordt uitgekeerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 266