3
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Az)jn.
Van azijn was een 5-tal monsters van aanmerke
lijk te laag gehalte; de partijen werden aan den
handel onttrokken om eerst na aansterking te
worden vrijgegeven.
De azijnessence bevatte doorgaans minder dan
80 azijnzuur, nl. meestal 76 a 78 Eén monster
bleek niet uit azijnzuur, doch uit verdunde forma
line te bestaan. De partij kon in beslag worden
genomen, vóórdat zich vergiftigingsgevallen had
den voorgedaan.
Cacaopoeder en surrogaten.
De waar, welke als cacaopoeder werd geleverd,
bleek in het verslagjaar veelal een verlegen af
valproduct van de cacaoboterbereiding te zijn. Het
vetgehalte, dat bij deugdelijk cacaopoeder ten
minste 22 "/o van de droge stof bedraagt, was bij
deze producten omstreeks 8 soms ook slechts
1 a 2 .Voorts was meermalen kleurstof toege
voegd om de waar beter op cacaopoeder te doen
gelijken. In den regel waren de partijen sterk met
schimmel bezet.
Andere monsters van als caeao geleverde waar
bleken uitsluitend uit gemalen cacaodoppen te
bestaan.
Talrijke groote partijen van deze waren zijn af
gekeurd en voor verwerking ter beschikking ge
steld van de Meelcentrale.
Ook vele als vervangingsmiddelen voor choco
lade verkochte waren bleken minderwaardige, met
synthetische verzoetingsmiddelen, weipoeder, es
sence en kleurstoffen bedeelde mengsels, die veel
al voor zeer hoogen prijs werden verkocht.
Er zijn drie processen-verbaal opgemaakt tegen
verkoopers van ondeugdelijke cacao en chocolade.
te zijn verzwaard. Tegen twee bereiders van der
gelijke ondeugdelijke waar is een strafvervolging
ingesteld.
Gebak.
Ten gevolge van het eten van koekjes en andere
banketbakkerswaren, afkomstig van een groot be
drijf met talrijke filialen, deden zich verscheidene
vergiftigingsgevallen voor. Bij onderzoek bleken
deze waren bereid te zijn met pronkboonenmeel,
dat onvoldoende gekookt was, zoodat het daarin
aanwezige giftige phasine nog niet onsehadelijk
was gemaakt. De voorraden zijn aan den handel
onttrokken. Het betrokken bedrijf heeft daarna
het pronkboonengries aan een verhitting bij hoo-
ger temperatuur blootgesteld; nadeelige gevolgen
van het gebruiken van deze grondstof zijn daarna
niet meer opgemerkt.
In de laatste maanden van het verslagjaar werd
gebak onder aanduidingen zooals puddingstukjes.
koeken zonder bon e.d. verkocht, dat van een zeer
minderwaardige samenstelling bleek te zijn. Als
grondstoffen werden daarvoor gebruikt over
jarige schimmelige boonen, aardappels, aardappel-
schillenmeel, meel van uitgebloeide tulpen met
een hoog zandgehalte, veelal vermengd met wei
poeder, kleurstof, nagemaakte bitteramandelolie
en eenige kunstmatig bereide zoetstof. Niettemin
vond dergelijke waar gretig koopers, zoodat slechts
tot afkeuring werd overgegaan, indien zij met talk,
bakpoeder en andere minerale, voor de voeding
waardelooze stoffen in aanmerkelijke mate bleek
Brood.
Daar het brood naast de aardappelen nog meer
dan onder normale omstandigheden het belangrijk
ste voedingsmiddel is geworden, werd aan de
controle op zijn samenstelling zeer veel tijd gege
ven. Dit was te meer noodig, omdat het aantal
monsters, dat een onvoldoend gehalte aan droge
stof (som der voedende bestanddeelen) bleek te be
zitten, zeer groot was.
Het aantal partijen wittebrood, waaruit brooden
werden gewogen, bedroeg 4 505. Uit 1562 partijen
werden monsters getrokken, waarvan 629, d.i. ruim
40 de vereischte hoeveelheid droge stof van 480
gram per brood niet bleken te bevatten.
Bij het bruinbrood, d.w.z. brood, waarin met het
bloote oog zemelen zijn te constateeren, was de
toestand al even onbevredigend. Bij 4 809 voor
raden werden telkens 5 brooden gewogen. Op
grond der wegingen werden 1298 monsters ter
onderzoek naar het laboratorium overgebracht,
waarvan 540, of bijna 42 een tekort aan droge
stof bleken te bezitten.
Indien aangenomen wordt, dat de partijen,
waaruit geen monster werd medegenomen, vol
doende waren, bezat 12,5 van het gebuilde en
ongebuilde tarwebrood een onvoldoend drogestof
gehalte.
Voorts werden nog uit 52 partijen roggebrood 33
monsters getrokken, waarvan 4 te weinig droge
stof bezaten.
Het ontstellend groote percentage brooden van
onvoldoend gehalte maakte krachtig ingrijpen
noodig. Bij eerste overtreding werd den betrokken
bereider een waarschuwing toegezonden, wparop
binnen 14 dagen een nieuw onderzoek volgde. Werd
daarbij wederom een aanmerkelijk tekort aan
droge stof aangetroffen, dan werd een strafver
volging uitgelokt. Dit geschiedde 304 maal.
Een andere afwijking, welke vooral in de laat
ste maanden van het verslagjaar herhaaldelijk
werd vastgesteld, te weten een veel te hoog gehal
te aan minerale bestanddeelen andere dan keu
kenzout, werd veroorzaakt, doordat vele bakkers
allerlei producten, welke als broodverbeterings-
middel, als strooimeel of ter vervanging van
olie voor het bespuiten van bakbussen en pla
ten (minerale talk) in den handel werden gebracht,
als grondstof gingen aanwenden, ter besparing op
hun bloem- en meelvoorraden. In één geval werd
niet minder dan 14 keukenzout-vrye asch in de
droge broodkruim gevonden. Tegen 7 bakkers
werd wegens dit misbruik, dat de voedingswaarde
van het brood verlaagt, proces-verbaal opgemaakt.
In onderstaande tabel zijn de gegevens betref
fende het broodonderzoek over 1941 vereenigd.
Eieren.
Twee partijen eieren zijn afgekeurd, nl. een
partij eendeneieren, welke in ondeugdelijken toe
stand verkeerde en een partij gewasschen kippen
eieren. Tegen de verkoopers is proces-verbaal op
gemaakt.