5
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
ZOO-
grondstof werd in de laatste helft van het jaar
deze waar niet meer aangemaakt.
Eenmaal werd geconstateerd, dat kaas op
danige wijze werd vervoerd, dat zij verontreinigd
werd. Tegen den vervoerder is een strafvervolging
ingesteld.
Koffie- en theesnrrogaten.
Het koffiesurrogaat bereid door de bedrijven,
welke daartoe van den Secretaris-Generaal van het
Departement van Sociale Zaken machtiging had
den ontvangen, werd eenige malen onderzocht.
De samenstelling van de producten van de ver
schillende bedrijven was onderling vrijwel gelijk,
zooals verwacht mocht worden.
Tegen een bedrijf, dat de bereiding van een
vloeibaar koffiesurrogaat bleef voortzetten, zon
der daartoe gemachtigd te zijn, werd twee malen
proces-verbaal opgemaakt. Bovendien werd het
tuchtrechtelijk vervolgd op grond van een dezer
zijds bü de Meelcentrale ingediend rapport.
Talrijke theesurrogaten, in den regel geheel of
grootendeels uit cacaodoppen bestaande, bleken
duf en sterk schimmelig. In totaal zijn 125 partijen
in beslag genomen.
Vijf processen-verbaal, opgemaakt wegens sterke
prijsopdrijving van koffiesurrogaten, werden alle
geseponeerd.
in het eerste halfjaar; van de vruchten van den
oogst 1941 kwamen geen sappen in den kleinhandel.
Van bessensap en citroensap oogst 1941 bleken
15 partijen vervalscht, in den regel door sterke
watertoe voeging.
In drie fabrikaten werd een veel te hoog gehalte
aan benzoëzuur, in twee het niet toegelaten con
serveermiddel salicylzuur aangetroffen.
Een als sinaasappelsap aangeduide waar bleek
uit water met uitgeperste sinaasappelpulp en
kleurstof te bestaan en was met veel zwaveligzuur
geconserveerd. Een groote partij bessensap bleek
door gisting bedorven.
Op 10 monsters van verschillende soorten vruch
tensap ontbrak de voorgeschreven aanduiding van
de in de verpakking aanwezige hoeveelheid of
was deze grooter aangegeven dan inderdaad het
geval was.
Tomatensap, met 2 gram benzoëzuur per liter ge
conserveerd, werd afgekeurd; van dit conserveer
middel mag ten hoogste 400 mg per kg gebruikt
zijn.
In het tweede halfjaar werden talrijke surro
gaten voor vruchtensappen in den handel aange
troffen, in den regel slappe citroenzuuroplossingen,
kunstmatig gekleurd en gearomatiseerd; het zijn
genotmiddelen van zeer twijfelachtige waarde. Op
onzen last zijn deze surrogaten voorzien van een
duidelijk opschrift, waaruit de samenstelling qua-
litatief en quantitatief bleek.
Meel en meelproducten.
Een onderzoek werd ingesteld naar het wrater-
gehalte van de regeeringsbloem en het regeerings
meel, door de meelfabrieken aan bakkersbedrijven
geleverd. Bij het eerste onderzoek in Maart lag dit
gehalte bü de tarwebloem tussehen 15,4 en 16,4 ’/o,
bü het tarwemeel tussehen 15,6 en 17,3 Bü het
onderzoek in October ingesteld werd het water-
gehalte lager bevonden en wel tussehen 13,1 en
14,7 bü de bloem en tussehen 13,5 en 14,8 “/o bü
het ongebuilde meel.
Verschillende producten als „paneermeel” aan
geduid, waren uit andere grondstof dan tarwe
bloem bereid. Sommige partüen waren sterk zan
derig (grondstof aardappelschillenmeel)andere
bleken van schimmelige oude broodresten bereid.
Opdracht werd gegeven het oude brood, dat als
grondstof voor paneermeel werd gebruikt, op zin-
delüke wüze te bewaren en geen door schimmel
doorwoekerd materiaal te gebruiken.
Als gevolg van de groote schaarschte aan meel
producten bleek veel puddingpoeder bereid te zün
met belangrüke hoeveelheden magere melkpoeder
of weipoeder. Er werd last gegeven deze afwüken-
de samenstelling door een opschrift op de verpak
king aan de koopers bekend te maken.
Tüdelük is ook het plakmeel, voor behangers
bestemd, voor keukengebruik verkocht. Aangezien
verscheidene fabrikaten van dit plakmeel met
kleine hoeveelheden van zeer giftige stoffen (subli
maat, cyaankalium e.d.) bedeeld zün, hebben wü
maatregelen genomen om aan dezen verkoop een
einde te maken.
Er zün 66 partüen meel en meelproducten voor
de consumptie afgekeurd. Opgemerkt zü, dat daar
toe niet is overgegaan dan in geval van uiterste
noodzakelükheid.
Kaas.
Het aantal in het laboratorium onderzochte
monsters kaas bedroeg 189. Behoudens enkele af-
wükingen werd het vetgehalte in overeenstemming
bevonden met dat, op de kaas door stempeling
aangegeven.
Geregeld is controle gehouden op het voorschrift,
dat kaas tüdens het vervoer naar de detailhande
laren en in de winkels voorzien moet zün van
stempelmerken aangevende het vetgehalte van de
droge stof der kaas.
Talrüke overtredingen van dit voorschrift wer
den geconstateerd, waarbü 18 maal aanleiding
werd gevonden tot het opmaken van proces-ver
baal. Tweemaal hadden de handelaren niet slechts
nagelaten de duidelüke stempelmerken, door het
Kaasbesluit verlangd, aan te brengen, maar had
den zü ook de rüksmerken, welke eveneens het
vetgehalte, zü het veel minder in het oogvallend,
aangeven, uit de kazen met 20 vet weggesneden,
terwül zü deze kaas voor kaas 40 4-, resp. volvette
kaas verkochten. Deze voorraden zün in beslag
genomen en de verkoopers geverbaliseerd.
Korstlooze kaas en smeerkaas bleken herhaalde-
lük een te hoog watergehalte te bezitten. Éénmaal
werd wegens een watergehalte van 67 proces
verbaal opgemaakt, terwül in de overige geval
len waarschuwingen zün gegeven.
Kwark, dat als een ongerüpte kaas kan worden
beschouwd werd door eenige bereiders in kleine
hoeveelheden vervaardigd uit afgeroomde melk.
Het watergehalte van de onderzochte monsters
liep uiteen van 77,2 tot 80,4 ‘/o, het vetgehalte (be
rekend op de droge stof) van 0,5 tot 5,8
Er werd last gegeven op de verpakking te ver
nielden, dat de waar „vetarm” is. Bü gebrek aan