11
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.
Specerijen.
Van kaneel, peper, nootmuskaat e.d. kwamen
surrogaten in den handel, welke met zeer uiteen-
loopende benamingen werden aangeduid, zooals
b.v. noodkaneel, kunstkaneel, kaneelsurrogaat, ka-
neelessenee enz. Aangezien dergelijke uiteenloo-
pende aanduidingen niet anders dan verwarrend
kunnen werken, werden door de daartoe ingestelde
commissie aanwijzingen gegeven voor het aandui
den van dergelijke noodwaren. Voorts werd o.m.
ook vastgesteld, dat nood-, onderscheidenlijk sur-
rogaatspecerijen, geen kunstmatige kleurstoffen
mogen bevatten.
De onderzochte monsters mosterd konden zonder
uitzondering als deugdelijk worden aangemerkt.
Spijsoliën en -vetten.
De onderzochte monsters margarine voldeden in
het algemeen aan de in het Margarinebesluit ge
stelde eischen. Wegens een belangrijk te hoog
watergehalte werd één strafvervolging ingesteld.
Eveneens werd proces-verbaal opgemaakt wegens
het verkoopen van bedorven vet (ranzig vet, afge-
sehept bij de worstbereiding).
Karnemelkspap.
De meeste monsters karnemelkspap bleken met
te sterk verdunde karnemelk bereid te zijn. We
gens het groote gebrek aan grondstoffen is vol
staan met het geven van waarschuwingen.
gens het opschrift 500 gram aanwezig behoort te
zijn. Het watergehalte was te hoog.
Aanmerking werd gemaakt op taptemelkpoeder
met een kunstmatig bereid verzoetingsmiddel, dat
bovendien met teerkleurstof was opgekleurd.
Een groot aantal van dergeljjke mengsels kwam
onder allerlei fantasienamen en van misleidende
aanprijzingen voorzien in den handel. De verkoop
daarvan is verboden, totdat de verpakkingen van
verbeterde aanduidingen waren voorzien.
Vleesehwaren en vleeschextracten.
Van een groot aantal monsters worst werd na
gegaan, of zij voldeden aan de daaraan in het
Vleesch- en Vleeschwarenbesluit gestelde eischen.
Veelvuldig hadden bereiders aanzienlijke hoeveel
heden bouillon toegevoegd bij het fabrieeeren van
hun waar, hetgeen tot uiting kwam in het zg.
Federgetal, dat de verhouding tusschen het wa
tergehalte en het eiwitgehalte aangeeft en dat
niet grooter mag zijn dan 4. Ten gevolge daarvan
werden 15 strafvervolgingen uitgelokt.
Het gehalte aan zetmeel van gekookte worsten
en gehakt was enkele malen hooger dan 4
éénmaal werd zelfs een percentage van 20 ge
vonden!
De hoeveelheid boorzuur, welke verwerkt was in
leverworst, was soms hooger dan 0,3 éénmaal
Viseh.
De aanvoer van versche zcevisch kwam gedu
rende een groot gedeelte van het jaar uitsluitend
van de kustvisscherijlater kwam hier nog eenige
aanvoer uit IJmuiden bij. De zeevischsoorten be
stonden hoofdzakelijk uit schar, schol en wijting,
aangevuld met kleine partijtjes fijne visch, als
kabeljauw, tarbot, tong enz. De verdere aanvul
ling in den verschen vischhandel bestond uit zoet-
watervisch, als snoek, snoekbaars, brasem enz. De
handel in deze laatste soorten was grooter dan in
voorgaande jaren.
Gedurende het voor- en najaar was er een onge
kend drukke handel in mosselen, waarvan de
kwaliteit minder was dan in andere jaren. Ter
wijl men aanneemt, dat ongeveer 20 van het
gewicht aan mosselvleesch na het koken over
blijft, bleven de meeste partijen nu onder dit per
centage.
Gedurende korten tijd werd ook de haringvis
scherp uitgeoefend, zoodat nog versche en gezou
ten haring en bokking in den handel gebracht
konden worden.
Op garnalen werd druk gevischt; een gedeelte
der visschersvloot was uitsluitend hierbij betrok
ken. Bij verscheidene van deze visschers worden
de garnalen aan boord reeds gekookt, hetgeen
ons aanleiding heeft gegeven, om bij de aankomst
van deze vaartuigen tegenwoordig te zijn. Enkele
visschers hadden nl. de slechte gewoonte om de
laatste vangst na het koken in het verontreinigde
havenwater af te koelen.
Gedurende de zomermaanden was er een drukke
handel in gerookte aal en paling. Daar van
overheidswege de prjjs van deze visch ook was
vastgesteld, was de verkoop ongeveer tegelijk met
het beëindigen van het vangstseizoen afgeloopen.
Ook heeft men nog getracht een andere visch-
soort, welke uiterlijk veel op paling gelijkt, versch
en gerookt in den handel te brengen, nl. de prik,
ook wel lamprei of negenoog genaamd. Opgang
heeft deze vischsoort echter niet gemaakt, omdat
de smaak ervan niet te vergelijken is met dien van
aal of paling.
Werd in het vorige jaar een begin gemaakt
met het bereiden van verpakte gefileerde sprot en
gerookte schar, in het afgeloopen jaar heeft deze
manier van bereiden zich tot een belangrijke in
dustrie uitgebreid. De vroegere reederpen, rookers
en anderen brengen nu deze waar verpakt in den
handel.
Ten opzichte van het Vischbesluit kan nog wor
den medegedeeld, dat van de zijde van den handel
geen bezwaar werd ondervonden bij de tenuitvoer
legging van de bepalingen van dit besluit; na een
kleine waarschuwing werd aan de gegeven wen
ken gevolg gegeven, Een uitzondering hierop
maakten evenwel de bereiders van jonge haring
en sprot in blik- en glasverpakking. Hiervoor
trachtte men nog geregeld andere benamingen te
gebruiken, zooals sardijn, sardin, sardien, om ten
slotte bij de benaming sardine aan te landen.
Op den zindelijkheidstoestand van rookerpen, in-
makerjjen en andere bereidplaatsen van visch
werd regelmatig toezicht gehouden.
Er zijn in verkoopplaatsen en langs den weg
19 584 partijen visch gekeurd, waarvan 154 zijn af
gekeurd en wel 19 partijen versche visch, 55 par
tijen gerookte visch, 20 partijen gezouten en 60
partijen op andere wijze geconserveerde viseh.
Van deze afkeuringen vonden 129 te ’s-Graven-
hage, 11 te Delft, 7 te Voorburg, 3 te Rijswijk en 4
te ’s-Gravenzande, Maassluis, Naaldwijk en Was
senaar plaats. Er is 118 maal een waarschuwing
gegeven.