12 ’s-Gravenhage, 10 April 1942. Algemeene Politie-veror- dening. Liften- verordening. Prijzenbureau voor onroe rende zaken. De Directeur van het Gemeentelijk Bouw- en Woningtoezicht, G. A. MEIJER. In de vergadering van den Gemeenteraad van 2 September 1940 werd vastgesteld de Liftenverordening voor ’s-Gravenhage. De verordening is medegedeeld aan Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, blijkens hun bericht van 29 April/ 2 Mei 1941. In 1941 werden door houders van liften 17 certificaten, als bedoeld in artikel 4 der Verordening, overgelegd. Het Gemeentebestuur heeft met toepassing van de Algemeene Politieverordening de navolgende vergunningen verleend: 126 voor het aanbrengen van lichtbakken, reclameborden, zonneschermen en dergelijke voorwerpen, op grond van de artikelen 1, 11a en life; 11 voor het houden van een hondenkennel, op grond van artikel 281. Blijkens het Huurprijsuitvoeringsbesluit 1941, opgenomen in de Nederlandsche Staatscourant van 3 December 1941, werd de Dienst aangewezen als Prijzenbureau voor onroerende zaken in het ambtsgebied, waartoe behooren de gemeenten ’s-Graven hage, Leidschendam, Rijswijk (Z.-H.l, Voorburg en Wassenaar. VERSLAG BOUW- EN WONINGTOEZICHT.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 426