VERSLAG van de Stichting „Haagsche Sport- en
Speelterreinen" over het jaar 1941.
In de samenstelling van het Algemeen Bestuur kwamen Bestuur,
twee wijzigingen.
De heer P. van Dijk, orthopaedist bij de Gemeentezieken
huizen, bedankte met ingang van 31 October 1341 voor het lid
maatschap. In deze vacature werd voorloopig niet voorzien.
De heer H. Parfumeur, die als vertegenwoordiger van be
langrijke sportorganisaties in het Bestuur zitting had, be
dankte met ingang van 27 December 1940 voor het lidmaat
schap, in verband met zijn aftreden als voorzitter van den
Haagsehen Korfbalbond. Te zijner vervanging werd met in
gang van 2 April 1941 benoemd de heer Dr. Ir. J. P. Mazure.
De aftredende leden mej. M. Romme en de heeren Mr. F.
L. Kleijn, Mr. Tj. Mobach, W. A. Rensen en H. Robertson
werden met ingang van 1 November 1941 voor den tijd van
drie jaren herbenoemd.
Op 31 December 1941 bestond het Algemeen Bestuur uit de
volgende leden: Prof. Ir. C. L. van der Bilt, waarnemend Bur
gemeester, voorzitter; Ir. P. Bakker Schut, Directeur van den
Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting; Ir. W. van
der Vegt, Directeur van den Dienst der Gemeentewerken; S.
G. A. Doorenbos, Directeur van den Dienst der Gemeente
plan tsoenen; Drs. D. G. G. van Ringelestein, Gemeentelijk
Inspecteur van het Onderwijs; mej. M. Romme, de heeren Mr.
Tj. Mobach en W. A. Rensen, leden van den Gemeenteraad;
Dr. Ir. J. P. Mazure, L. L. E. E. M. Moonen, Pastoor J. A.
Ruhe, B. Verwaal en Mr. I. van Woerden, vertegenwoordigers
van belangrijke organisaties; J. M. Hardeman, Mr. F. L. Kleijn,
D. E. Nieborg, H. Robertson en P. C. Wesseling, secretaris.
De directeuren der Gemeentelijke diensten zijn ex officio lid
van het Algemeen Bestuur. Bij hun afwezigheid of ontstentenis
treden hun plaatsvervangers als lid op.
Op 31 December 1941 bestond het Dagelijksch Bestuur uit de
heeren: Mr. F. L. Kleijn, voorzitter; Mr. Tj. Mobach, plaats-
vervangend-voorzitter; P. C. Wesseling, secretaris; F. C. van
Waalwijk, plaatsvervangend-secretaris; B. Verwaal, Drs. D. G.
G. van Ringelestein en de directeuren van de diensten der
Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting, Gemeentewerken en
Gemeenteplantsoenen (of hun plaatsvervangers).
Het Dagelijksch Bestuur hield 20 vergaderingen, waarbij
buiten beschouwing zijn gelaten de besprekingen, welke een
of meer leden van dit Bestuur met andere personen hebben
gevoerd.
*7
EES