1
8
FINANCIEEL OVERZICHT.
Rekening van de Gemeentewerken over 1941.
VSH8LAG GBMBBNTBWERKBN.
Ie.
2e.
3e.
rond f 11.600,overschreden, o.m. het gevolg van
de loonsverhooging en de stijging der materiaal-
prijzen.
Artikel IV „Opbrengst Brandstoffenvoorziening”
bracht rond f 113.800,meer op dan geraamd.
De uitkomst van Artikel V der Baten („Opbrengst
van gefabriceerde artikelen”) overtrof de raming
met rond f 80.000,o.m. ten gevolge van een
grooteren omzet dan waarop gerekend was.
De kosten van het onderhoud der bezittingen
van het Bedrijf (Art. VI der Lasten) bleven rond
f 6.200,— beneden de raming, terwijl de Algemeene
Onkosten (Art. VII der Lasten) met rond f 21.000,
overschreden werden, hoofdzakelijk ten gevolge van
de stijging van den post „Loonen bij ziekte van
werklieden” en van in den loop van het jaar
toegekende loonsverhooging, duurtebijslag en ver-
hooging kinderbijslag, waarmede uiteraard bij het
opmaken der begrooting geen rekening kon worden
gehouden.
Het kapitaal vermeerderde door „Uitbreiding”
met f 2L300,en verminderde door „Afboeking”
met f 28,81.
Als gevolg van het besluit van den Gemeente
raad bij de vaststelling van de Gemeentebegrooting
voor 1941, de afschrijvingen bjj de bedrijven voor
een jaar achterwege te laten, werd op dit Artikel
(Art. IX der Lasten) over dat jaar, behalve de
zooeven genoemde extra afboeking, niets verant
woord.
Overigens geeft deze bedrijfsrekening geen aan
leiding tot het maken van bijzondere opmerkingen.
Omtrent de bedrijfsrekening van Gemeentewerken
over 1941 valt het volgende op te merken.
Voor het verrichten van verschillende onder
houdswerken (Art. I der Baten) werd rond f 51.000,—
minder ontvangen dan geraamd was, welk bedrag
naar den dienst 1942 moet worden overgebracht,
o.m. in verband met de voltooiing van in 1941
aangevangen, doch aan het eind van dat jaar nog
niet gereed gekomen werkzaamheden.
Artikel II der Baten „Vergoeding voor het ver
richten van overige werken” overtrof de raming
met rond f 1.700.000,—.
Op dit Artikel worden verantwoord de ontvang
sten uit hoofde van de uitvoering van:
nieuwe bouwkundige en nieuwe waterbouw
kundige werken, waartoe bij afzonderlijk be
sluit van het Gemeentebestuur wordt besloten
werkzaamheden aan of in de bezittingen der
Gemeente, waarop bij de samenstelling der
begrooting niet is en ook niet kan worden
gerekend en welke in den regel verband hou
den met de bestemming of het gebruik der
bezitting;
werkzaamheden ten behoeve van en levering
aan de verschillende Gemeentebedrijven en
-diensten.
Uit den aard der zaak valt de omvang van een
en ander vooraf moeilijk te ramen.
Artikel III der Baten „Vergoeding voor het ver
richten van schoonmaakwerkzaamheden” werd met