11 I VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST, I had plaats gevonden en !rd ’ehol, '1 uitbrengen of uit te maken, of overplaatsing naar een school voor zwakzinnigen geïndiceerd was. Er bestond een geregelde samenwerking met den ambtenaar voor de nazorg van oud-leerlingen der b.l.o.-scholen. Tegen het verlaten der school wer den de leerlingen gezamenlijk besproken, om ge neeskundige Indicaties en contra-indicaties bij het plaatsen in de maatschappij tot hun recht te laten komen. Bovendien werd bij 10 leerlingen van b.l.o.- scholen een uitvoerig psychotechnisch onderzoek verricht, ten einde een oordeel te verkrijgen over hun geschiktheid om na bet verlaten van de school voor een vereenvoudigde opleiding op een am bachtsschool te worden in aanmerking gebracht. Samenwerking met de afdeeling Geestes- en Ze nuwzieken werd geregeld in stand gehouden. Candidaten-onderzoek. Gedurende het jaar 1941 namen 443 (442) leerlin gen van openbare en bijzondere scholen, die voor plaatsing bij het b.l.o. waren voorgedragen, aan het daartoe ingestelde candidatenonderzoek deel. Van openbare lagere scholen waren 250 (275), van bijzondere lagere scholen 193 (167) candidaten af komstig. De stijging van het aantal candidaten die gedurende een heele reeks van jaren viel waar te nemen, werd ook in 1941 niet onderbroken. Wel trad er thans voor het eerst een daling van het aantal candidaten, van openbare scholen afkom stig, in; deze werd echter gecompenseerd door een ongekend hooge stijging van het aantal candidaten, dat bijzondere scholen leverden. Niet tot het b.l.o. toegelaten werden 44 candida ten of 9,9 (64 of 14,4 terwijl 41 of 11,5 (36 of 9,5 der wel toegelaten candidaten niet op een b.l.o. school geplaatst werden. Daartegen over staat, dat in 1941 15 candidaten, die reeds in 1940 waren onderzocht en toegelaten, alsnog op een school voor b.l.o. werden geplaatst, terwijl boven dien 2 candidaten, wier onderzoek reeds in 1939 zelfs 1 uit elk der jaren 1938 en 1937 den weg naar b.l.o. alsnog hebben ge vonden. Van de in 1941 tot openbare, buitengewone scholen toegelaten candidaten werden 14 of 6,5 (11 of 4.8 niet geplaatst; voor de bijzondere scholen bedroegen deze getallen 27 of 14,6 (25 of 16,9 Het verschil tusschen de beide groepen scholen ten nadeele van het bijzonder onderwijs moet geheel worden toegeschreven aan het chro nische plaatsgebrek, waarmede de Chr. b.l.o.-school Prinsegracht 64 te kampen heeft, hetgeen ten gevolge had, dat niet minder dan 14 geschikt be vonden candidaten op deze school geen plaats kon den vinden. Reeds in het vorige jaarverslag werd gewezen op het zeer ongewenschte van dezen toe stand. Plaatsing op een buitengewone school van daarvoor aangewezen kinderen is een zoo belang rijke psychisch-hygiënische maatregel, dat alles moet worden in het werk gesteld, om deze plaat sing zonder verwijl te bevorderen, nadat eenmaal het candidatenonderzoek is verricht. Gelukkig zijn de plaatsingscijfers van alle overige scholen zonder restrictie gunstig te noemen. Het systematisch onderzoek en de tusschentijd- sche revisies omvatten 698 leerlingen, terwijl 240 spreekuuradviezen werden gegeven. Sedert onge veer Februari 1941 werd de voedingstoestand der leerlingen van de buitengewone scholen een onder werp van toenemende zorg. Sedert genoemde maand toch wezen de geregeld om de drie maan den gehouden wegingen van de kinderen een 1 Joodsch kind werd afgevoerd, 3 werden af gevoerd wegens onvoldoende vermogens, terwijl 1 kind is overleden. Gedurende het verslagjaar kwamen ter onder zoek 43 kinderen, waarvan er 25 werden opgeno- unen, nL 19 jongens en 6 meisjes. Hiervan waren 10 sleehthoorend, 2 hadden een gespleten gehemelte en 13 een ander ernstig spraakgebrek. Van de niet I opgenomen 17 kinderen hadden 7 het advies ge kregen: opname. Deze zijn echter niet verschenen, (meestal zonder nader bericht te sturen en ondanks huisbezoek door de assistenten. Op 31 December 1941 stonden ingeschreven 109 leerlingen, waarvan 74 jongens en 35 meisjes. (Hieronder waren 52 slechthoorenden, 27 kinderen (met gehemeltespleet en 80 met een ander spraak gebrek (hoorstomheid). Het aantal slechthoorenden jis dus belangrijk teruggeloopen, hoofdzakelijk (doordat zoovele oudere slechthoorende meisjes de School verlieten, deels om thuis te kunnen helpen, [deels om iets te gaan verdienen, gedwongen door Me economische omstandigheden. De wenscheljjkheid van een nauwkeurig onder koek naar het aantal slechthoorenden op de lagere Scholen wordt door de resultaten van dergelijke Onderzoekingen elders in Nederland nog eens extra bnderstreept. I De gezondheidstoestand der leerlingen was in 941 duidelijk slechter dan in vorige jaren, het isntal absenten door ziekte veel grooter. Boven ben liep het aantal consulten van helpster en «hoolarts op tot ruim 11000. Een groot deel van deze enorme vermeerdering ■omt op rekening van geïnfecteerde wonden, ec- sem, impetigo,furunkels, die in werkelijk veront- nstende mate voorkwamen. Men kan zich niet aan en indruk onttrekken, dat het weerstandsver mogen der kinderen geleden heeft. Het gehoor van alle leerlingen werd weer twee mal gedurende het verslagjaar onderzocht. Mid- enoordoofheid, meestal ten gevolge van chroni- ;be loopooren, was weer de hoofdoorzaak van de echthoorendheid. Verscheidene loopooren konden rong gemaakt worden. Jan de gehemeltespleetlijders werd er één, een l 8 vroeger geopereerde, opnieuw geopereerd 00r Dr- Tjebbes te Utrecht) volgens de moderne ethode, met goed resultaat. De toestemming van ouders van verscheidene andere gehemelte- ectiinderen werd gevraagd en van eenige reeds 1 “regen, voor operatie of heroperatie. In de ste plaats voor de 4 lijders aan subsunqueuze eet’ waarvan hier In Nederland nog nooit een geopereerd en die met een obturator niet te ‘Pen zijn. )ok gedurende het verslagjaar kwamen weei vjc leidene oud-leerlingen voor gehoorscontröle, scb V]°°r een Reh0(>rapparaat of anderszins op ^zaamheden van den schoolarts voor “Hengewoon onderwijs. werk van den schoolarts-psychiater voor werd in 1941 op dezelfde wijze als in !n. re Jaren voortgezet. Ten behoeve van de >rekir 8C*1O°^ voor slechthoorenden en spraak- contrM611 Werd Foregeld lichamelijk onderzoek i leer]' 6 Van 'eerl*nKen verricht. 10 malen werd ln^ van deze school aan een experimenteel advio'8Cl1 onderzoek onderworpen, ten einde s aangaande de beroepskeuze te kunnen

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 461