r
I
14
i
VEH8LAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST
van
‘antal
llzoo
De
drie bovengenoemde psychiatrische klinieken en
aan de gestichten Oud-Rosenburg en Bloemendaal,
alsmede door periodieke bezoeken ten getale van
59 (66) aan de gestichten en de verzorgingsinrich-
tingen buiten de gemeente, waartoe 43 (36) dienst
reizen werden gemaakt, werd contact gehouden
met degenen, die de patiënten in de ernstigste
phase hunner ziekte behandelen en verzorgen en
wordt de band aangehouden met die patiënten,
welke tijdelijk bulten de vrije maatschappij ver
blijven.
Aantal geasyleerde geesteszieken.
Op 81 December 1941 waren in de drie klinieken
129 (146), in de andere aangewezen inrichtingen
470 (454) en in de krankzinnigengestichten 1430
(1 436), alzoo te zamen 2 029 (2 036) geesteszieke
patiënten in verpleging voor rekening van de Ge
meente aanwezig, gevende bij een aantal inwoners
van 520 875 (514 553) een promillagecijfer van
3,8936 (3,956).
Domicillequaestles.
Bij geschillen, gerezen tusscben overheidsinstan
ties over de verplichting tot betalen van verpleeg-
kosten in psychiatrische inrichtingen, werd door
de psychiaters in 92 (121) gevallen een specialis
tisch onderzoek ingesteld naar het vermogen van
de patiënten tot bewuste keuze van het wettig
domicilie, terwijl zij als door de Kroon aangewe
zen deskundigen op verzoek van den Burgemees
ter in 61 (113) gevallen na specialistisch onderzoek
een verklaring opmaakten als bedoeld in art. 39,
4e lid, der Armenwet.
Nazorg.
Bjj de nazorg stonden op 1 Januari 1941 inge
schreven 1330 (930) patiënten. In den loop van
1941 werden 672 (754) nieuwe patiënten ingeschre
ven, te weten 386 (461) mannen en 286 (293) vrou
wen, zoodat de nazorg in totaal bemoeiing had
met 2002 (1684) patiënten.
In den loop van het jaar werden afgevoerd 260
(354) patiënten, zoodat op het einde van het jaar
nog 1742 (1330) personen onder nazorgtoezicht
stonden.
Van de 672 (754) nieuwe nazorgpatiënten waren
313 (367) nazorggevallen in engeren zin, waarvan
193 (224) afkomstig uit de drie klinieken en 120
(143) uit de gestichten, terwijl 359 (387) gevallen
onder „Voorzorg" konden worden gerubriceerd,
zijnde deze verwezen door familie, artsen of over
heidsinstanties.
Van de 2002 (1684) patiënten, waarover de be
moeiingen liepen, waren 1193 (1028) mannen en
809 (655) vrouwen. Hiervan waren gehuwd 498
(462), ongehuwd 1422 (1159), weduwstaat 51 (31),
gescheiden 31 (32).
Van de ingeschreven nazorgpupillen traden 2 in
het huwelijk; 3 huwelijken werden door echtschei
ding ontbonden. Er werden 7 kinderen geboren uit
nazorgpa tiënten.
Gezinsverpleging.
Van de onder toezichtstaande nazorgpatiënten
werden 1612 (1110) in het eigen gezin en 390 (335)
bij vreemden verzorgd, waartoe van 107 (107)
pleeggezinnen gebruik werd gemaakt.
Bjj het begin van het verslagjaar waren 220
(215) patiënten in gezinsverpleging; in den lóóp
van het jaar werden 170 (120) nieuwe patiënten
geplaatst en 134 (115) afgevoerd, zoodat op het
einde van het verslagjaar nog 256 (220) patiënten
Poliklinische behandeling.
De specialistisch-poliklinische hulp voor geestes
en zenuwzieken werd dit jaar verleend volgens de
beginselen der vrije artsenkeuze. Hiervoor werden
uitgegeven 2 454 (1 946) maandkaarten voor 11 ver
schillende specialisten voor zenuw- en geestes
ziekten.
In bijzondere gevallen kunnen kinderen, die op
de bovenbedoelde poliklinieken niet afdoende kun
nen worden geholpen, na contróle door de psy
chiaters van den Dienst, ter behandeling worden
toevertrouwd aan het Medisch Paedagogisch Bu
reau, Bilderdiikstraat 58. In 21 (27) gevallen wer
den daartoe voldoende termen aanwezig geacht.
Bovendien werd bij 15 (13) kinderen de, in 1940
aangevangen, behandeling in het jaar 1941 voort
gezet, zoodat in totaal 36 (40) kinderen voor ge-
meenterekening in behandeling waren.
Voorts werden 38 (36) kinderen naar het Medisch
Paedagogisch Bureau verwezen met de vraag
over hen, na specialistisch onderzoek, een voorlich
tingsrapport te willen uitbrengen.
Klinische behandeling van geesteszieken.
De contrOle-onderzoekingen ter beoordeeling
de noodzaak van klinische behandeling van gees
teszieken werd bij toerbeurt verricht door de beide
psychiaters, terwijl bij afwezigheid van een hun
ner ook dit jaar weer de neuroloog van het Ge
meenteziekenhuis werd ingeschakeld. Behandeld
werden 713 (873) aanvragen voor opname in een
psychiatrische kliniek. Stelselmatig wordt hierbij
nagegaan, of door sociale bemoeiingen en toezicht
op den patiënt opneming in een inrichting niet
kan worden voorkomen.
De geesteszieken worden in den regel opgenomen
in de Ramaerkliniek; slechts indien de patiënt of
diens familie dit wenseht en voor zoover daar
Plaats beschikbaar is, geschiedt dit in de St.-Jaco-
I bus Stichting te Wassenaar of in de Kliniek
I Ockenburgh te Loosduinen.
I In 1941 zijn in de Ramaerkliniek opgenomen 470
1(550), in de St.-Jacobus Stichting 101 (130) en in
|de Kliniek Ockenburgh 91 (113) patiënten, të za
lmen 662 (793) patiënten, waaronder 198 (284) reci-
|dieven en van wie 40 (46) uit het Gemeentezieken-
|nuis, terwijl in 51 (80) gevallen, zijnde 7K (11)
jgeen voldoende termen voor opneming aanwezig
Iwaren.
Buitendien werden 4 (27) patiënten in een ge-
Pucht in bewaring gesteld, zijnde dit gevallen,
ï'faarin een bevelschrift niet kon worden ver
bieden.
S' oor de psychiatrische klinieken bedroeg het
l^^ntal verpleegdagen: in de Ramaerkliniek 26185
g”5*O75), in de St.-Jacobus Stichting 10 574 (11096)
:*n >n de Kliniek Ockenburgh 7 623 (9 224), zijnde
7‘.a.men H 382 (48 415) verpleegdagen, wat een
^f,.Iniadelde dagbezetting geeft voor de Ramaer-
Van (76X), de St-Jacobus Stichting van
i®n de Kliniek Ockenburgh van 21 (25%),
een totaal gemiddelde van 122 (132) patiënten.
Ke,niddelde verpleegduur bedroeg voor de
43»Q?te.n in de Ramaerkliniek verpleegd 55,6
n dJ’Jr St- Jacobus Stichting 74,0 (68,92) en
n tot iiniek Ockenburgh 81,4 (69,50) dagen, wat
lleo»fa voor de klinieken een gemiddelden ver-
foe8dnur K6eft van 63,0 (51,45) dagen.
krans* i°P de ln aankewezen inrichtingen en
i Door lnn,kengestichten verpleegde patiënten.
regelmatige wekeljjksche bezoeken aan de