3 1 VKHBI^G WBRKLOOSHEIDSVERZEKBRING ENZ ''olge J 4 steunbedragen voor werklooze arbeiders en voor kleine boeren en tuinders, Voorts werd bij rondschrijven van 17 Maart 1941, no. 7-1356, Afd. S., van den Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken aan werk- loozen, die met terugwerkende kracht van 1 Octo ber 1940 al als lid eener werkloozenkas zijn toege treden, voor zoover noodig, een steunverhooging van f 0,50 per week toegekend, ten einde hen in staat te stellen de te weinig betaalde bijdragen aan de betrokken kassen over te dragen. Bij rondschrijven van 28 Maart 1941, no. 43-1129, Aid, S., van den Secretaris-Generaal van het De partement van Sociale Zaken werd goedgekeurd, dat de 5 duurtebjjslag ook wordt verleend over die inkomsten, welke niet uit arbeid zijn verkregen en ten volle op het steunbedrag in mindering be lt oo ren te worden gebracht. Vervolgens werd bü rondschrijven van 8 April 1941, no. 2-1446, Aid. S.. van den Secretaris-Gene raal van het Departement van Sociale Zaken be paald, dat aan arbeiders, die in België en Frank rijk gaan werken nog één week steun mag worden doorbetaald; werken zjj in die landen voor de Organisatie-Todt, dan mag hun nog twee weken steun worden uitbetaald. Bü rondschrijven van 30 Augustus 1941, no. 2- 1129, Afd. 8., van den Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken werd vastgesteld, dat bij de beoordeeling van de aanspraak op en de vaststelling van het steunbedrag geen rekening zal worden gehouden met den büzonderen bijslag op de krachtens de Invaliditeitswet en de Ouder domswet verstrekte uitkeeringen. Ten aanzien van personen, die deelnemen aan de cursussen voor metaalbewerker aan de opleidings scholen te Amsterdam of Rotterdam, werd bü rond schrüven van 3 December 1941, no. 2-1210, Afd. S., van den Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken goedgekeurd, dat de gedurende den opleidingstüd uit te keeren vergoedingen aan ondersteunde gezinshoofden of aan hen, die deel uitmaken van een gezin, waarin het gezinshoofd werkloozensteun ontvangt, slechts voor l/s op den steun in mindering mogen worden gebracht. Bü rondschrüven van 5 December 1941, no. 8- 1129 E, Afd. S., van den Secretaris-Generaal van het Departement van Sociale Zaken werd bepaald, dat de regeling opgenomen in het rondschrüven van 15 Juni 1940, no. 3-1129, betreffende verkorting van den werkduur ook van toepassing is op arbei ders, wier werktüd tot nul uren per week is in gekrompen. Ten slotte werden bü rondschrüven van 23 De cember 1941, no. 10-1129, Afd. S., van den Secretaris- Generaal van het Departement van Sociale Zaken in verband met de sluiting van de bedrüven tus- schen Kerstmis en Nieuwjaar voorschriften ge geven om aan losse arbeiders die niet behoor den tot de op 24 December 1941 reeds 4 weken of langer bü hun werkgevers in dienst zünden en die mitsdien geen loon doorbetaald kregen over de sluitingsperiode een loondervingsvergoeding te verstrekken in den vorm van steun ingevolge de werkloozensteunregeling. Ten aanzien van de vaste arbeiders en de daarmede gelükgestelde losse arbeiders aan wie over de sluitingsperiode door de werkgevers het loon moest worden doorbetaald ijjn voor elke vereeniging afzonderlek aangegeven in den bovenbedoelden staat I. tütkeerlngsnormen. Voor een aantal kassen werden de dagelüksohe uitkeeringsbedragen in 1941 verhoogd; de uitkee ringsduur werd in het algemeen gehandhaafd. Bedragen der subsldlën en nltkeeringen. Het totaal bedrag der subsldlën, op grond van het Werkloosheidsbesluit 1917 verleend over 1941, werd vastgesteld op f 871.121,50, waarvan de helft, of f 185.560,75, ten laste der Gemeente kwam. Hierin is begrepen een terugontvangst van over vorige jaren uitbetaalde subsldlën van onderscheidenlük f 18.148,06 en f 9.074,08. De bedragen der uitkeeringen over 1941 zün voor elk der vereenigingen afzonderlijk vermeld in den vorenbedoelden staat I. Contröle. Indien bleek, dat onrechtmatige uitkeering uit een werkloozenkas had plaats gehad, werd, even als in vorige jaren, getracht door minnelük over leg terugstorting in de kas te verkrügen, alvorens de officieele weg gevolgd werd. Op die wüze wer den 470 terugstortingen verkregen, tot een geza menlijk bedrag van f 6.670,53. In 16 gevallen werd langs officieelen weg tegen de verstrekte uitkeeringen bezwaar gemaakt tot een totaal bedrag van f 622,50. In 2 van deze ge vallen, te zamen betrekking hebbende op terug storting tot een bedrag van f 81,ging de des betreffende vereeniging in beroep. Ten aanzien van deze beroepen besliste de Secretaris-Generaal 'an het Departement van Sociale Zaken, dat de Gemeente ten onrechte bezwaar gemaakt had. Ingeval de onrechtmatige uitkeering verkregen yas door het opzettelük verzwügen van inkomsten, 'Wens werkloosheid uit loonarbeid genoten, of door een anderen vorm van bedrog, werd royement gevorderd en aangifte gedaan bij de politie. Dit geschiedde in 3 gevallen. Bijslagen op kasui tkeerlngen. 'oor rekening van Rük en Gemeente (Rüksbü- drage voor 1941 voorloopig vastgesteld op 58,6 «'orden ook in 1941 op de kasuitkeeringen büslagen 'oegekend om te voorkomen, dat uit de kas trek kende leden in ongunstiger omstandigheid zouden ’erkeeren dan wanneer zü als uitgetrokken of dub- el uitgetrokken werkloozen in ondersteuning zou- '®n zÜn opgenomen. Deze büslagen bedroegen in in totaal f 18.218,04. Werkloozensteunregeling. ll'i^ rundzendbrief van 23 December 1940, no. 1- Afd. S„ van den Secretaris-Generaal van het “Parlement van Sociale Zaken werd bepaald, dat “aiders gedurende de periode, waarin zü ten ge- van de weersgesteldheid werkloos zün en ®en loon doorbetaald krügen, onder bepaalde r “’’'vaarden ingevolge de Rükswerkloozensteun- ^'•ling kunnen orden gesteund. Uü()U ron^8o^rÜven van 28 December 1940, no. 20- j) 1 ^fd, 8., van den Secretaris-Generaal van het de ,0,tenie.n^ van Sociale Zaken werd bepaald, dat ''veeringen van Winterhulp-Nederland buiten •ouwing blüven bü de berekening van de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1941 | | pagina 477