11
83,1 I
I 1937
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
Jaar.
25,1
44,4
Jaar.
J.
1926/’27t./m.
25,-
ging j—
’«lieten?
dat de school
verliet.
196
250
263
250
209
214
121
147
131
197
65
77
71
95
30,7
29,6
36,9
43,5
31,8
33,9
Te
zamen.
74,4
77,3
55,7
42,3
57,6
53,1
49,7
25,9
26,9
38,2
31,1
67,1
71,3
68,3
52,7
11,9
13,7
15,6
6,9
31,7
29,4
32,3
31,8
62,9 i
78,
63,6 I
44,3
65,4
57,4
55,4
15,9
17,3
11,7
16,4
32,9
35,3
41,9
52,-
50,-
55.3
58,4
46,6
52,-
63,4
64,8
65,5
16,6
17,4
11,8
16,-
35,-
31,2
37,1
42,1
60,3
80,1
76,-
60,8
57,3
66,6
67,6
73,3
66
106
129
99
28,8
26,5
31,-
47,5
24,7
30,3
33.7
44,4
29,5
35,6
38,7
49,2
73
83
113
104
19
28
39
47
32,3
39,3
50,-
36,7
32,5
33,-
40,-
48,1
74,-
79,2
58.2 I
46.2
1937
1941
Gerekend
1928/’29 t./m. 1929/’3O en 1931’
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Openbare h.b.s.
45,8
70,7
60,1
58,8
74,3
77,7
56,9
46,4 46,3
Aantal leer!., dat de school
verliet met onvoldoende
vorderingen, in pCt. v. h.
totaal aantal vertrokkenen.
jes. Totaal.
56,5
62,5
63,9 I
53,8
53,5 I
73,-
I,- I 70,6
,6 I 52,6 1
1932 t./tn.i936
1941
13,7 I
17,5 1
17,9 I
9,2
toonen in 1941 een stijging, hoewel in wat gerin
gere mate.
Zoowel bij het openbaar als bij het bijzonder
onderwijs zjjn de percentages voor de jongens niet
onbelangrijk hooger dan voor de meisjes. Gere
kend naar de gemiddelden over 5 jaar, is het
percentage voor de jongens te stellen op bijna 37,-
en voor de meisjes op ruim 29,-. In 1941 ligt even
wel bjj het bijzonder onderwijs het verhoudings-
cijfer voor de meisjes boven dat voor de jongens.
Ten slotte valt nog op te merken, dat de gemid
delde percentages der leerlingen, die naar een
gelijkwaardige inrichting vertrokken, bij het open
baar onderwijs hooger zijn dan bij het bijzondere.
c. daarvan met onvoldoende vorderingen. Door
een wijziging in de onderscheiding van de rede
nen van het verlaten der school is sinds 1932 de
vraag naar de oorzaak van het vertrek van een
leerling eenvormiger beantwoord dan in daaraan
voorafgaande jaren. Daarom moet vergelijking
van de cijfers voor 1932 en volgende jaren met de
gemiddelden over de voorafgaande vijf jaren in
den volgenden staat met eenig voorbehoud ge
schieden.
Jongens. Meisj,
Openbare gymnasia.
1926/’27 t./m. 1929/’3O en 1931 I
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Bijzondere gymnasia.
69,6
74,7
70,4
52,4
36,1 I
38,3 I
46,1
57,1
1926/’27 t./m. 1929/’3O en 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
De opvallende daling der percentages voor de
openbare handelsschool gemiddeld over 1937 t./m.
1941 houdt verband met onderwijsreorganisaties.
Ten aanzien van de cijfers over 1941 trekt de
aandacht, dat, terwijl de percentages voor jon
gens en meisjes te zamen bij het bijzonder onder
wijs een daling vertoonen, ze daarentegen bij het
openbaar onderwijs zijn gestegen. Dit laatste
wordt veroorzaakt door het vertrek der Joodsche
leerlingen.
b. daarvan naar gelijkwaardige inrichting van
onderwijs. In verband met de ook belangrijke per
eentages der vertrokkenen bij het dagonderwijs
gerekend over de drie gemiddelden van 5 jaar
bedraagt het laagste percentage 10,5 en het hoog
ste 20,9 zij opgemerkt, dat een voornaam deel
der leerlingen de eene inrichting van onderwijs
verlaat, om naar een andere, gelijkwaardige over
te gaan. Ten aanzien van de inrichtingen van
openbaar tegenover die van bijzonder onderwijs
kan, voor zoover gegevens zijn verstrekt, het vol
gende overzicht worden gegeven.
Aantal leerl., Hiervan gingen naar een andere,
gelijkwaardige inrichting
van onderwijs.
In pCt.
M.
1931
J332t./m. 1936
- 1941 283
260
vast naar de gemiddelden over 5 jaar, is
in»o e steGen, dat de percentages, zoowel voor de
1926/’27 t./m. 1929/’3O en 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Bijzondere h.b.s.
1926/’27 t./m. 1929/’3O en 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Openbare handelsschool.
1926/’27 t./m. 1929/’3O eu 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Gem. handelsavondscholen.
1926/’27t./m.l929/’30 en 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Bijz. handelsavondscholen.
1926/’27 t./m. 1929/’3O en 1931 I
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
In het algemeen is vast te stellen, dat het groot
ste deel der vertrokkenen bjj het dagonderwijs de
school verliet met onvoldoende vorderingen; be-
J. M.
Openbaar
1926/’27t./m.
!???/’3,Oen 1931 368
J 379
1941 310
379
B ij zonder onderwijs.
37,2
32,7
40,1
40,-
Absoluut.
J. M.
on der w ij s.
i“''^ens als voor de meisjes, een stijging te zien
s ven. Gemiddeld over de jaren 1937 t./m. 1941
verl’i«uleer dan der leerlingen- die de scholen
tin»- en' I?aar een andere, gelijkwaardige inrieh-
de hpmer’ ?n 1941 hij het openbaar onderwijs bijna
leerlintft’ 8 gevo'g van het vertrek der Joodsche
Ook iln n naar het voor hen gestichte lyceum.
- Percentages bij het bijzonder onderwijs ver-
15,2 I
13,8
27,5 j
25,- i
18,2
17,6
11,9
14,8
8.9 j
9,-
11,7
3,4 I
Aantal leerl., dat de school
verliet (uitgez. de voor het
eindex. geslaagden), in pCt.
van het totaal aantal leerl.
Jongens. Meisjes. Totaal.
Openbare handelsschool.
1926/’27 t./m. 1929/’30 en 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Gem. handelsavondscholen.
1926/’27 t./m. 1929/’30 en 1931
1932 t./m. 1936
1937 1941
1941
Bijz. handelsavondscholen.
31,7 I
26,2
26,1 41,8 i
OS 1 AA A