7
RAAD VAN BEHEER EN DIRECTIE.
daarover
plaats vinden, welke achterstand later ingehaald zal dienen te
worden. Een en ander heeft tengevolge dat de wraarde van het
materieel is gedaald, terwijl de in beslag genomen ruimten na
teruggave hooge kosten zullen vereischen om deze weer in voor
ons bruikbaren staat te brengen, zoodat ook uit dien hoofde
extra-reserveeringen noodzakelijk waren.
De verduisteringsvoorschriften veroorzaakten in 1941 aan
kosten rond f 19.000.
Ingevolge het voorschrift om alle leden der Duitsche Weer
macht en -Politie vrij te vervoeren, moest over 1941 vervoer
worden verleend aan, volgens telling door ons personeel,
5.692.867 gratis reizigers.
De pogingen, die door ons en de overige tramwegonderne-
mingen zijn gedaan, om de kosten van dit verplichte vrije ver
voer, als zijnde zuivere bezettingskosten, van den Staat der
Nederlanden vergoed te krijgen, hebben nog geen af doend
resultaat opgeleverd.
Ingevolge de bepalingen van de Overeenkomst tussehen de
Gemeente ’s-Gravenhage en de N.V. Haagsche Buurtspoorwegen
d.d. 28 December 1926 moet het voordeelig jaarsaldo, groot
f 405.013,12, op de in die overeenkomst aangegeven wijze ver
deeld worden tussehen de Gemeente en de H. B. S. ter gedeelte
lijke teruggave van de in vroegere jaren door de beide aandeel-
houdsters aangezuiverde jaartekorten. Dientengevolge komt
aan de Gemeente ’s-Gravenhage toe: f 349.217,16; aan de N.V.
Haagsche Buurtspoorwegen: f 55.795,96.
In ons vorig jaarverslag hebben wij reeds het verlies ver
meld, dat ons College heeft geleden door het overlijden van het
Lid, den heer F. N. V. Quant op 31 Januari 1941, en
ons groot leedwezen uitgesproken.
Op voorstel van Aandeelhoudster A werd in de daardoor
ontstane vacature voorzien door de benoeming van den heer
Ir. J. Lely.
Den 17en April 1941 leden wij wederom een zwraar verlies
door het overlijden van het Lid, den heer P. Moltmaker, die
van af de oprichting van onze Vennootschap in 1926 deel van
ons College uitmaakte en daarin was opgenomen krachtens be
noeming door Burgemeester en Wethouders na overleg met de
vakvereenigingen. Tengevolge van de vooraanstaande plaats,
die hij gedurende een lange reeks van jaren in het vereenigings-
ieven innam, hadden zijn adviezen over aangelegenheden die de
belangen van het personeel raakten, groote wraarde, vooral omdat
hij zich daarbij steeds op een ruim standpunt stelde en terdege