M. VERTROUWELIJK. Y VERSLAG van de Duinwaterleiding van ’s-Gravenhage over het jaar 1942. 1938. 1939. 1942. 1931. 1933. 1935. 1933. 1940. 1941. 1937. lOO- lOO,— lOO- lOO,— 100,— 100,— 100, - 100,— 100,— 100,— 181 Grondwaterstanden (phreatisch oppervlak). 28 10 219 Waterwinning uit diepere lagen. 119 Chlooronderzoek. III. TOESTAND DER WERKEN. a. Watervang. Prijs per m’. 29,54 9,01 25,78 27,66 8,01 27 12 19 28,35 10,61 16,62 36,08 8,34 Hieruit valt op te maken, dat in het verslagjaar de kwartalen 1 en 2 droog en de kwartalen 3 en 4 tamelijk nat waren. De maand April was zeer droog; in deze maand viel slechts 16,5 mm regen; de maanden Juli en September waren daarentegen nat; er viel in deze maanden onderscheidenlijk 117,1 en 106,7 mm. De maximum hoeveelheid regen, gevallen op één dag, bedroeg 33,5 mm en wel op 11 Juli. Op 1 Januari 1943 was de stand der voor deze waarneming in aanmerking komende 53 ondiepe peilputten gemiddeld 14,6 cm hooger dan een jaar te voren. (Over 1941 werd een daling van 25,5 cm gemeten). 26,84 9,96 16,19 37,26 9,75 24,88 9,51 16,47 38,46 10,68 32,65 9,62 22,01 25,44 10,28 27,85 8,60 22,85 32,68 8,02 24,97 9,54 16,27 38,52 10,70 23,98 9,17 15,99 39,74 11,12 25,94 9,64 16,12 37,91 10,39 31,98 9,78 25,06 24,40 8,78 De putbemaling „Harstenhoek” was gedurende 6 maanden in bedrijf; de putbemalingen „Bierlap”, „Kijfhoek” en „Spoorbaan” werkten gedurende het geheele jaar. Door deze bemalingen werd gezamenlijk aan de diepere lagen een hoeveelheid van 4 950 000 m3 water onttrokken. Bij de cijfers van 1942 dient te worden opge merkt, dat door de evacuatie het beeld niet vol komen zuiver is. 177 Van het Bedrjjfspersoneel waren in Duitschland tijdelijk te werk gesteld 15 personen. Het onderzoek op chloorgehalte van de water monsters, ontleend aan de draineerputten van de westelijke hoofdader, aan die van de sprangen H en I, en aan de toegangsputten van de overige sprangen, werd tweemaal ingesteld. De uitkomsten van dit onderzoek waren dit jaar ongeveer gelijk aan die van het voorgaande jaar. De aandacht dient nog voortdurend gevestigd te blijven op het westelijke gedeelte van de hoofd ader en op het gedeelte van sprang H nabij de verlengde hoofdader. Werklieden: a. in vasten dienst b. in tjjdelijken dienst (waaronder 11 minder- validen) c. in lossen dienst <1. jeugdige werklieden Regenval. De totale neerslag aan het Pompstation bedroeg in 1942 747 mm (in 1941 634,7 mm); in de achter eenvolgende kalenderkwartalen was de neerslag 100, 112,9, 276,9 en 257,2 mm. De gemiddelde neerslag over de laatste 36 jaren was ter plaatse 731,5 mm, waarvan in de kalender kwartalen 143,5, 141,2, 217,3 en 229,5 mm. I. BEHEER EN REGELINGEN. Krachtens Verordening no. 152/1941 van den Rijkseommissaris voor het bezette Nederlandsche gebied bleef het Bedrijf beheerd door den Burge meester. f 0,30 0,25 0,20 0,15 n 0,10 II. PERSONEEL. Het personeel bij de Duinwaterleiding was op 31 December als volgt samengesteld: Ambtenaren: a. in vasten dienst b. in tjjdelijken dienst (waaronder 20 reserve- meteropnemers voor het tijdvak van op nemen 16 December 194215 Januari 1943) c. op arbeidscontract (waaronder 2 minder- validen) Aangesloten perceelen in de verschillende tariefsklassen op het einde van het jaar, in percenten van het totaal. Leveringsvoorwaarden. In de leveringsvoorwaarden werden geen wijzi gingen gebracht. Het gebruikelijke overzicht, verhoudingsgewijs, van de aangesloten perceelen in de verschillende tariefsklassen geeft het volgende beeld:

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 101