jt I
VERSLAG van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting
van 's-Gravenhage ovei het jaar 1942.
I. ALGEMEEN.
II. STADSONTWIKKELING
Beheer.
Krachtens de Verordening No. 152 van 1941 van
den Rükscoimnissaris voor het ‘bezette Nederland
,che gebied (Verordeningenblao 1941, stuk No. 33)
werd de Dienst der Stadsontwikkeling en Volks
huisvesting in 1942 beheerd door den Burgemeester.
Uitbreidingsplan „Mariahoeve".
Het bovenvermelde geldt eveneens voor het uit
breidingsplan „Mariahoeve”.
1942, als gevolg waarvan eenige bezwaarschriften
bü den Burgemeester werden ingediend. Aan het
einde van het verslagjaar was omtrent dit gewij
zigde plan nog geen beslissing genomen.
Uitbreidingsplan „Rnstenburg-Oostbroek”.
Het bovenvermelde geldt ook voor de herziening
van een gedeelte van het uitbreidingsplan „Rus-
tenburg-Oostbroek”, hetwelk in het bovengenoemde
uitbreidingsplan werd betrokken.
Uitbreidingsplan „Binckhorst".
In aansluiting aan het vermelde in het verslag
over 1941 kan worden medegedeeld, dat door den
Burgemeester machtiging werd verleend een plan
tot wijziging van het uitbreidingsplan „Binck
horst” in te zenden, waarin tevens kon worden
verwerkt de voorgestelde wijziging van de bebou-
wingsverordening van het uitbreidingsplan inzake
niet bebouwing van een strook, gemeten van den
buitenkant vnn den kademuur. Op 15 April 1942
werd een voorstel tot wijziging van het uitbrei
dingsplan aan den Burgemeester gezonden. Dit
ontwerp tot herziening werd op de Secretarie ter
visie gelegd van 8 Juli tot en met 4 Augustus 1942.
Bp besluit van den Burgemeester van 12 Augustus
1942, No. 94085 Afd. S. en B. (Besluitenverzameling
No. 717) werd het herzieningsplan goedgekeurd en
Uitbreidingsplan „Ockenburgh, Mae- en
Escamppolder”.
In aansluiting aan het vermelde in het jaarver
slag over 1941 kan ■worden medegedeeld, dat het
beroep van het Gemeentebestuur tegen de beslis
sing van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
werd behandeld in een vergadering van den Raad
van State, Afdeeling voor de geschillen van be
stuur, op 20 Mei 1942. Bij besluit van 3 September
1942, B.Z. No. 1 V, werd dit beroep door den Secre-
taris-Generaal van het Departement van Binnen-
landsche Zaken ongegrond verklaard. De voor
bereiding van nieuwe plannen van uitbreiding
werd dit verslagjaar ter hand genomen.
Uitbreidingsplan „Reigersbergen”.
Zooals vermeld in het jaarverslag over 1941 was
het Gemeentebestuur in beroep gegaan bü den Se-
eretaris-Generaal van het Departement van Bin-
nenlandsche Zaken tegen de beslissing van Ge
deputeerde Staten van Zuid-Holland inzake niet
goedkeuring van het uitbreidingsplan „Reigers
bergen”. Dit beroep werd in de vergadering van
den Raad van State, Afdeeling voor de geschillen
van bestuur, van 9 December 1942 behandeld. Aan
het einde van het verslagjaar was hieromtrent
nog geen beslissing genomen.
A. STADSUITBREIDING.
1. Uitbreidingsplannen.
Uitbreidingsplan „Leyenburg",
In aansluiting aan het vermelde in het jaarver
slag over 1941 kan worden medegedeeld, dat de
Secretaris-Generaal van het Departement van Bin
'lenlandsche Zaken bü zün besluit van 19 Januari
1942 B.Z. No. 1 V het beroep van den Gemeente
raad tegen het besluit van Gedeputeerde Staten
'an Zuid-Holland van 25 November 1940, tot ont
houding van goedkeuring aan het bü Raadsbe
sluit van 30 October 1939 vastgestelde plan tot
herziening van het Uitbreidingsplan „Leyenburg",
ongegrond heeft verklaard. In verband hiermede
yerd op 25 November 1942 een gewüzigd plan aan
'l"n Burgemeester ingezonden. Dit gewüzigde ont-
“erp, niet de bübehoorende bebouwingsverorde-
'i'mgen, werd op de Gemeentesecretarie ter inzage
ïelegd van 28 November tot en met 27 December
Personeel.
liet bü den Dienst werkzame personeel bestond
I op 31 December 1942 uit 86 vaste en 9 tüdelüke
ambtenaren, alsmede 2 ambtenaren op arbeids-
overeenkomst. Van het personeel waren 5 vaste
ambtenaren en 1 ambtenaar op arbeidsovereen-
I komst gedetacheerd bü de Stichting „Centraal Wo-
uingbeheer”. Voorts waren op 31 December 1942
werkzaam 61 vaste werklieden, 4 tüdelüke werk-
I lieden, 24 losse werklieden, 1 jongmaatje en 14
I losse werkvrouwen; deze laatsten zün in dienst
I van den congierge.
In Januari van het verslagjaar bereikte de Di-
I recteur, Ir. P. Bakker Schut, den 65-jarigen leef-
I tijd. In verband daarmede werd hem met ingang
I van 1 Maart d.o.v. eervol ontslag verleend. In de
vacature van Directeur werd voorzien door benoe
ming van ondergeteekende, Ir. H. E. Snyver, te
voren Adjunct-Directeur van dezen Dienst.
In den verderen loop van het jaar moest een
aanvang worden gemaakt met het afstaan van
personeel voor tewerkstelling in Duitschland.
Dientengevolge werden op 2 October 13 werklieden
uitgezonden.
Met ingang van 1 November werd eervol ont-
-lag verleend, wegens verandering in de inrich
ting van het dienstvak waarbü zü werkzaam was.
aan mejuffrouw P. H. Hubregtse, Hoofdinspec-
trice Woningdienst, gedetacheerd bü de Stichting
Centraal Woningbeheer”.