l/*-
te 's-Grav
algemeen.
VERSLAG van de Stichting „Centraal Woningbeheer'
over het jaar 1942.
■s
i
Ken voor zoover die tot zijn competentie behoor
den, af in overleg met den Wethouder. De Burge
meester benoemde met ingang van 13 November
1942 tot lid van het Bestuur den heer M. Berg,
inspecteur le kl. ter Gemeentesecretarie, als verte
genwoordiger van den Wethouder voor Sociale
Zaken, den heer P. Kuiper. (Besluitenverzameling
1942 No. 621).
Toepassing Verordening No. 145/1940,
liet Bestuur der Stichting, van meening, dat de
Verordening no. 145 van 1940 van den Rijkscom-
missaris voor het bezette Nederlandsche gebied,
inzake Vereenigingen en Stichtingen zonder eco
nomisch doel, op de Stichting van toepassing was,
had deze indertijd overeenkomstig de bepalingen
van genoemde verordening, bjj den Procureur-Ge-
neraal van het Gerechtshof alhier opgegeven. Naar
aanleiding hiervan ontving de Stichting 22 De
cember 1941 een mededeeling van den Commissaris
voor niet-Commereieele Vereenigingen en Stichtin
gen, dat zij bjj diens commissariaat onder een be
paald registratienummer was ingeschreven, waar
bij tevens opgave werd gedaan van de uit deze in
schrijving voortspruitende verplichtingen.
Toen nadien werd vernomen, dat de Commissa-
ris-Generaal voor Bestuur en Justitie bereids in
1940 als zjjn oordeel had te kennen gegeven, dat
Vereenigingen en Stichtingen, welke ingevolge de
woningwet zijn toegelaten als uitsluitend in het
belang van de verbetering der volkshuisvesting
werkzaam, niet zouden zijn onderworpen aan de
bepalingen van meerbedoelde verordening, aange
zien haar doel in eersten aanleg economische be
langen dient, werd hierin aanleiding gevonden om
den Burgemeester te verzoeken een schrijven tot
den Secretaris-Generaal van het Departement van
Binneniandsche Zaken te richten, met verzoek te
bevorderen, dat de Stichting met bovenbedoelde
instellingen op één lijn wordt gesteld en der
halve van het desbetreffende register wordt af
gevoerd.
De Burgemeester wendde zich bij schrijven van
12 Juni 1942 tot den Secretaris-Generaal van het
Departement van Binneniandsche Zaken, in ant
woord waarop deze op 19 Juni d.o.v. mededeelde de
meening van den Burgemeester te deelen, doch in
overweging gaf een verzoekschrift tot den Com
missaris voor de niet-Commercieele Vereenigingen
te richten om van het register te worden af ge
voerd. Bij schrijven van 18 Juli 1942 werd dit ver
zoek door den Burgemeester ingediend, waarna
op 24 Juli d.o.v. werd geantwoord, dat, aangezien
bedoelde kwestie nog een onderwerp van nadere
bestudeering uitmaakte, het vooralsnog niet mo
gelijk was aan het verzoek tot het verleenen van
vrijstelling te voldoen.
Aan het einde van het verslagjaar was deze
aangelegenheid nog niet in een verder stadium
gekomen.
Werkwijze.
Het Algemeen Bestuur vergaderde in het ver
slagjaar eenmaal (19 Februari 1942), het Dage-
Samenstelling van het Bestuur.
Bjj besluit van den Burgemeester d.d. 6 Februari
1942 (Besluitenverzameling 1942 No. 49) werden
mevrouw N. C. Boumavan Strieland en de heeren
Dr. Ir. H. G. van Beusekom en Th. M. Dresmé, ge
rekend van 2 September 1941 af, tot 1 September
1942 herbenoemd tot lid van het Bestuur.
Het lid Dr. R. B. Evenhuis zag zich blijkens zijn
schrijven van 13 Februari 1942 wegens zeer drukke
werkzaamheden genoodzaakt als zoodanig te be
danken.
In zijn vergadering van 19 Februari 1942 bracht
het Algemeen Bestuur op voorstel van het Dage-
Ijjksch Bestuur een wijziging aan in art. 2 van het
Reglement der Stichting, zoodanig, dat dit artikel
zou luiden:
„Het Dagelijksch Bestuur bestaat uit den Voor
zitter, den Directeur van den Dienst der Stadsont
wikkeling en Volkshuisvesing, de door het Bestuur
aangewezen voorzitters der Wijkcommissies, bene
vens eventueele andere door het Bestuur uit zijn
midden aan te wijzen personen”.
Deze wijziging werd door den Burgemeester goed
gekeurd bij schrijven van 24 Februari 1942 Corr.
No. 90891 Afd. S. en B.
Wegens het bereiken van den pensioengerech
tigden leeftijd verliet de heer Ir. P. Bakker Schut,
Directeur van den Dienst der Stadsontwikkeling
en Volkshuisvesting en Gedelegeerd Lid van het
Dagelijksch Bestuur der Stichting, op 1 Maart 1942
den Gemeentedienst. In beide functies werd hij op
gevolgd door den heer Ir. H. E. Suyver, vóórdien
Adjunct-Directeur van genoemden Dienst. Bij be
sluit van den Burgemeester van 20 Februari 1942
(Besluitenverzameling 1942 No. 62) werd de heer
Bakker Schut voor het tijdvak 1 Maart tot en met
31 Augustus 1942 benoemd tot lid van het Bestuur
der Stichting. In bovenbedoelde vergadering van
19 Februari had het Algemeen Bestuur zich er
mede vereenigd, dat de heer Bakker Schut even
tueel al.> lid van het Dagelijksch Bestuur zou wor
den aangewezen.
Onder dagteekening van 9 September 1942 richtte
het Gedelegeerd Lid namens het Dagelijksch Be
stuur een brief tot den Burgemeester, waarbij in
overweging werd gegeven te besluiten, dat de leden
van het Algemeen Bestuur, die in den loop der
maand September zouden aftreden, hun lidmaat
schap zouden blijven waarnemen tot het tijdstip
der verwacht wordende Wethouderswisseling en
waarbij voorts werd medegedeeld, dat de leden
van het Dagelijksch Bestuur daartoe bereid waren,
terwijl werd aangenomen, dat de overige leden van
liet Algemeen Bestuur zich daarmede eveneens
zouden kunnen vereenigen.
Aangezien hierop geen antwoord werd ontvangen
en aan het voorstel blijkbaar geen gevolg werd
gegeven, was de feitelijke toestand deze, dat er
sedert eind September 1942 geen Algemeen Be
stuur bestond en slechts een onvolledig Dage
lijksch Bestuur. Het Gedelegeerd Lid deed de za-