I 7/1 Gemeentewet ken van s-Gravenhage VERSLAG van hef Bedrijf der over het jaar 1942 II. PERSONEEL. III. GEBOUWEN c.a. TEN BEHOEVE VAN HET BEDRIJF. Aan de gebouwen van het bedrijf werden de gewone onderhoudswerken uitgevoerd. I BEHEER. Het Bedrijf der Gemeentewerken werd ingevolge besluit van den Rijkscommissaris voor het bezette N'cderlandsche gebied d.d. 11 Augustus 1911 (Ver ordening No. 152 van 1941) en de eerste beschikking van den Secretaris-Generaa! van het Departement van Binncnlandsche Zaken ter uitvoering daarvan, beheerd door den Burgemeester. IV. WERKEN. Algeineene opmerkingen. Het afgeloopen jaar begon wederom met een buitengewoon strengen winter met grooten sneeuw val, die de uitvoering van verscheidene werken voor geruimen tijd geheel onmogelijk maakte. De materiaalsehaarschte, die het vorige jaar reeds zooveel hoofdbrekens had veroorzaakt, nam nog grootere afmetingen aan. De voorschriften voor de uitvoering van werken en de verwerkingsverboden vcreischten een nauwlettend onderzoek van elk project om zooveel mogelbk op materialen te be sparen. .alvorens de aanvrage om goedkeuring kon worden ingediend. Werklieden. Het totaal aantal werklieden bedroeg op 31 De cember 1942 707 (648), Dit aantal omvat 472 (481) in vasten dienst, 229 (165) in tjjdelijken en lossen dienst en 6 (2) reser visten. In het totaal is begrepen het personeel van den schoonmaakdienst, bestaande uit 152 (143) personen en wel 107 (98) mannen en 45 (45) vrouwen, waar van 1116 (105) in vasten dienst, 46 (88) in tijdelijken en lossen dienst. Aan 71 werklieden werd buitengewoon verlof verleend om in het buitenland, en aan 1 werkman (reservist) om in het binnenland arbeid te ver richten. Ondanks de omstandigheid, dat voor verschil- lemle werken goedkeuring tot uitvoering was ver kregen. werd in Juni bekend gemaakt, dat alle bouwwerken per 1 Juli 1942 stilgelegd moesten worden. Na den datum der bekendmaking mocht met de uitvoering van nieuwe werken niet meer aaugevangen worden, terwijl gedurende de maand Juni de in uitvoering zijnde werken tot 1 Juli 1942 mochten worden voortgezet, doch slechts om deze in een zoodanig stadium te brengen, dat als gevolg van het stilleggen, daaraan een minimum van schade zou ontstaan. De mogelijkheid was geopend om voor werken van bijzonder belang dispensatie van dit bouw- verbod aan te vragen. Hiervan werd uiteraard gebruik gemaakt, met het gevolg, dat de meeste werken ook na 1 Juli 1942 mochten worden voort gezet en voltooid Ten slotte moesten enkele werken worden stil gelegd, omdat de daarvoor noodige materialen in het geheel niet meer te verkrijgen waren. Tegen het eind van het jaar (November) werd het bedrijf belast met het afbreken van de in de verdedigingszóne gelegen huizen, scholen, kerken en andere onroerende objecten, met alle daarmede verband houdende werkzaamheden. De bemoeiin gen. die hieruit voortvloeiden, waren van zeer grooten omvang, terwijl een zeer spoedige uit voering vereischt was. Op een viertal plaatsen in de afbraakzöne werden directieverblijven in gericht voor het toezichthoudend en administratief personeel, dat voor deze sloopwerkzaamheden was aangewezen. De sloopwerken werden óf na onderhandsche inschrijving öf in regie opgedragen. De gelaste evacuatie van een groot deel der Gemeente bracht veel zeer uiteenloopendo werk zaamheden mede, waarvan de uitvoering door het gebrek aan vervoermiddelen veel zorg baarde. Dit gebrek aan geschikte vervoermiddelen was mede oorzaak, dat de voedselvoorziening in het begin van het jaar ernstig gestagneerd dreigde te wor den als gevolg van den buitengewoon grooten sneeuwval en de langdurige vorst, waardoor stra ten en wegen geruimen tjjd met een sneeuw-ijslaag bedekt bleven. Om deze stagnatie zooveel mogelijk te voorko men, werd een aantal sleden vervaardigd, die aan particulieren aanvankelijk in bruikleen gegeven en daarna verkocht werden. Het bedrijf verleende wederom medewerking aan de uitvoering der distributiebepalingen door het beschikbaar stellen van ambtenaren om bij de uit reiking van distributiebescheiden behulpzaam te zijn. De tusschou haakjes geplaatste ciifers hebben betrek king op den toestand op 31 December 1941. Ambtenaren. Het korps ambtenaren bestond op 31 December 1942 uit 1 (1) Directeur, 133 (137) technische en 96 (92) administratieve ambtenaren, totaal 230 (230) ambtenaren, -waarvan 208 (208) in vasten dienst cn 22 22) in tjjdolijken dienst. Aan 5 der technische ambtenaren werd buiten gewoon verlof verleend om voor derden arbeid te verrichten, terwijl er 4 bij andere diensten werden gedetacheerd. Aanbestedingen, Slechts één openbare aanbesteding werd ge houden, namelijk voor het vervoer van brand stoffen. Daar van openbare aanbestedingen onder de be staande omstandigheden geen heil was te ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 196