I J 'I 2 1 f geneeskundige dienst. VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. voer kennen Deze werd in 1843 gepubliceerd. i i) De hier en verder tusschen haakjes geplaatste ge tallen zijn de overeenkomstige aantallen voor 1941. Eerste-hulpverleening. Evenals in vorige jaar verslagen zijn ook ditmaal de gegevens voor den Uitrukdienst en den Postendienst afzonderlijk ge groepeerd. Uitrukdlenst. Uitgerukt werd door de genees kundige eenheid arts, verpleger en chauffeur helper overdag in tweevoud aanwezig, 4 685 (4 749) maal 1). Hiervan loos alarm, of, bij aan komst, de oorzaak opgeheven 188 (174). Aantal gevallen, waarbij hulp werd verleend dan wel de dood geconstateerd 4 497 (4 575). De drukste maand was Januari met 554 gevallen, de kalmste Mei met 332. Het aantal gevallen, waarbij de getroffene zich buiten de eigen woning op straat, in de werkplaats enz. bevond, bedroeg 2 435, terwijl in de overige 2 062 gevallen hulp in de eigen woning werd verleend. Het aantal onge vallen door straatverkeer bedroeg 735 (753), dat door bedrijfsarbeid 239 (181). Poging tot zelfmoord werd waargenomen in 19 (15) gevallen. Van de 4 497 personen, aan wie hulp werd verleend, ver keerden 49 (99) onder invloed van alcohol. Ten slotte bleek in 211 gevallen de getroffene bij aankomst overleden te zijn. Postendienst. In de posten werd 33 218 (30 491) maal hulp verleend en wel in den Centralen Post 6 034 (7 376) maal, in de verschillende hoofd- en hulpposten 27 184 (23115) maal. De meeste geval len deden zich voor in de maand December, nl. 4 295, de minste in Februari, nl. 2114. Het aan- Ook bij transporten buiten de Gemeente verleende de G.G. en G.D. eenige malen hulp. In verband met de bijzondere tijdsomstandig heden heb ik gemeend mij in December 1942 tot de artsen in ’s-Gravenhage te moeten richten, en wel ten aanzien van de aangiften van besmette lijke ziekten en de verpleging van patiënten in ziekenhuizen. Het niet aangeven van besmettelijke ziekten in een tijd van evacuatie (inkwartieringl!) kan voor de bevolking ver-strekkende gevolgen hebben. Voor de steeds toenemende diphtheric werd bij zondere aandacht gevraagd. Gelet op het stijgende tekort aan ziekenhuis ruimte werd met den meesten aandrang mede werking van de artsen gevraagd om te komen tot eene beperking in de aanvragen voor ziekenhuis opneming. Zooveel doenlijk moest dus worden gebruik ge bruik gemaakt van de diensten der wijkverpleeg sters. In verband met de evacuatie van het kustgebied werd overleg gepleegd met den Geneeskundlg-In- specteur, om na te gaan, welke artsen, tand artsen en vroedvrouwen in dit gebied zouden moeten blijven wonen om de geneeskundige ver zorging te waarborgen. De Geneeskundig-Inspec- teur stelde zich hierop met de aldaar wonenden in verbinding. Toen de circulaire was uitgegaan, werd kennis gegeven door den President van de Nederlandsche Artsenkamer, dat dit niet óp onzen weg, doch op zijn weg lag, en dat hij een Bureau Evacuatie instelde met een medisch leider. Sociale Zaken er mee accoord was gegaan, dat de schooltandverzorging zou worden geregeld door den N.V.D. Ondergeteekende bracht hierop in het midden, dat zulks nooit de bedoeling kon zijn voor ge meenten, waar van Rijkswege erkende gezond heidsdiensten bestaan en tevens, zooals in ’s-Gra venhage, eene gemeentelijke schooltandverzorging aanwezig is. Niet de N.V.D., doch de directeur van den Gezondheidsdienst behoort in dergelijke ge meenten de leiding te hebben. Bij eene Rjjksrege- ling zou het toezicht kunnen worden uitgeoefend vanwege de Rijks Geneeskundige Inspecteurs voor het gedeelte zonder G.D., voor de gemeenten met erkende diensten, door de directeuren daarvan. Een en ander ware te schoeien op de leest der districtsschoolartsendiensten. Men zou voor de quaestie in het algemeen, de regeling dienen af te wachten, die bij het Departe ment van Sociale Zaken in voorbereiding was. Evacuatie. De evacuatie bracht nieuwe proble men met zich, vooral toen» deze op groote schaal plaats vond. Reeds spoedig moesten plannen worden gemaakt om het Zeehospitium (Sophiastichting), welks pa tiënten slechts korten tijd van het nieuwe gebouw hebben mogen genieten, onder te brengen, daar het moest worden ontruimd. Er werd een plaats gevonden in het door de Gemeente tot hulpzie- kenhuis ingerichte scholencomplex aan de Naar- derstraat en Weesperstraat. Ten aanzien van de evacuatie op groote schaal, werden verschillende besprekingen gevoerd met de Commissie Afvoer Burgerbevolking, met den Geneeskundig-Inspecteur en de directeuren der Gemeente- en andere ziekenhuizen benevens Roo- de Kruisautoriteiten. Voor ’s-Gravenhage ontwierp ondergeteekende, aan de hand van het Rijksformulier, een model- geneeskundige verklaring, die werd uitgereikt met de evacuatiebevelen. De evacuatie-artsen, zoowel als de administra tieve afdeeling, hebben bergen werk verzet, een werk, dat niet van het aangenaamste was, daar dikwijls beslissingen moesten worden genomen, die ons allen zeer veel leed deden. Met den President-Directeur van het Bureau Af voer Burgerbevolking werden eenige maatregelen besproken ter verzachting van dit leed. Met de Gemeentelijke evacuatiecommissie be stond een voortdurend contact. De evacuatie van de bevolking van ziekenin richtingen en oude-liedengestichten en van lig gende patiënten uit de Gemeente, geschiedde met de vlotte hulp van de Roode-Kruis-Transport- oolonne. De G.G. en G.D. werkte hierbij mee met de auto’s van de luchtbescherming en eigen ziekenauto’s, waarbij de Chef van Dienst van den G.GjD. goede leiding gaf. De samenwerking met den organisator van dit Roode-Kruis-vervoer, Dr. Dietz, was uit stekend. De E.H.B.O.’ers van de zg. „vaste kern” der luchtbescherming deden zich ook voor dit ver- als betrouwbare, ijverige helpers.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 345