I
12
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.
zoek van den Burgemeester In 58 (61) gevallen na
specialistisch onderzoek een verklaring opmaak
ten, als bedoeld in art. 39, 4e lid der Armenwet.
Nazorg. Bij de nazorg stonden op 1 Januari 1942
ingeschreven 1742 (1330) patiënten. In den loop
van 1942 werden 744 (672) nieuwe patiënten Inge
schreven, te weten 382 (386) mannen en 862 (286)
vrouwen, zoodat de nazorg in totaal bemoeiing
had met 2 486 (2 002) patiënten,
In den loop van het jaar werden afgevoerd 349
(260) patiënten, zoodat op het einde van het jaar
nog 2 137 (1742) personen onder nazorgtoezicht
stonden.
Van de 744 (672) nieuwe nazorgpatiënten waren
419 (313) nazorggevallen in engeren zin, waarvan
195 (193) afkomstig uit de drie klinieken en 224
(120) uit gestichten, terwijl 325 (359) gevallen onder
„Voorzorg” konden worden gerubriceerd, zijnde
deze verwezen door familie, artsen of overheids
instanties.
Van de 2 486 (2 002) patiënten, waarover de be
moeiingen liepen, waren 1425 (1193) mannen en
1061 (809) vrouwen. Hiervan waren gehuwd 593
(498)) ongehuwd 1-793 (1422), weduwenstaat 55
(51) , gescheiden 45 (31).
Van de ingeschreven nazorgpuplllen traden 5 (2)
in het huwelijk; 0 (3) huwelijken werden door
echtscheiding ontbonden; er werden 11 (7) kinde
ren geboren uit nazorgpatiënten.
Gezinsverpleging. Van de onder toezicht staande
nazorgpatiënten werden 2 039 (1612) in het eigen
gezin en 447 390) bij vreemden verzorgd, waartoe
van 96 (107) pleeggezinnen gebruik werd gemaakt
Bij het begin van het verslagjaar waren 256
(220) patiënten in gezinsverpleging; in den loop
van het jaar werden 191 (170) nieuwe patiënten
geplaatst en 186 (134) afgevoerd, zoodat op het
einde van het verslagjaar nog 261 (256) patiënten
in gezinsverpleging waren. Er verhuisden 31 (59)
patiënten. In totaal waren er bij de gezinsverple
ging dus 408 (363) mutaties onder de patiënten. Er
werden 948 (942) contröle-bezoeken gebracht door
artsen en maatschappelijke werk(st)er(s).
Arbeidstherapie. In arbeidstherapie werden door
bemiddeling van de ,,’s-Gravenhaagsche Vereeni-
ging Dr. Schroeder van der Kolk” 385 (395) pu
pillen tewerkgesteld en wel 167 (149) in de na-
zorgwerkinrichtingen voor volwassenen 89 (92)
mannen en 78 (57) vrouwen; 83 (83) kinderen, 63
(58) jongens en 20 (25) meisjes, in de werkinrich
tingen voor zwakzinnigen; bovendien 27 (29) man
nen bij den Dienst der Gemeenteplantsoenen; 36
(52) patiënten bij de „Stichting Kosenburg” en 82
(82) jongens op den werktuin aan den Leijweg van
de „Stichting voor School- en Kindertuinen”.
Op 1 Januari 1942 waren in arbeidstherapie
werkzaam 237 (193) patiënten. Er werden 158 (202)
nieuwe patiënten geplaatst, 167 (158) werden af
gevoerd, zoodat op 31 December 1942 nog 228 (237)
patiënten op deze wijze bezigheid vonden.
Door den psychiater van den Dienst, die als ad-
viseerend psychiater van genoemde vereeniging
fungeert, werden deze patiënten geregeld gecon
troleerd, niet alleen in psychisch opzicht, doch ook
meer dan voorheen op hun somatlschen toe
stand. Speciaal werd daarbij op den voedingstoe-
stand gelet.
Daarnaast werden alle nieuwgeplaatste patiën-
ven: van het totaal aantal patiënten waren er
55 (40) uit het Gemeenteziekenhuis, terwijl in 140
(51) gevallen, zijnde 10,8 (7%) geen voldoende
termen voor opneming aanwezig waren.
Buitendien werden 24 (4) patiënten in een ge
sticht in bewaring gesteld, zijnde dit gevallen,
waarin een bevelschrift niet kon worden verme
den.
Voor de psychiatrische klinieken bedroeg het
aantal verpleegdagen: in de Ramaerkliniek 38 026
(26 185), in de St.-Jacobus Stichting 9 087 (10 574)
en in de Kliniek Ockenburgh 11 330 (7 623),
tezamen 58 443 (44 382) verpleegdagen, hetgeen een
gemiddelde dagbezetting geeft voor de Ramaer
kliniek van 104 (72), de St.-Jacobus Stichting van
25 (29) en de Kliniek Ockenburgh van 31 (21), alzoo
een totaal gemiddelde van 160 (122) patiënten.
De gemiddelde verpleegduur bedroeg voor de
patiënten in de Ramaerkliniek verpleegd 41,9
(55,6), in de St.-Jacobus Stichting 77,6 (74,0) en in
de Kliniek Ockenburgh 49 (81,4) dagen, hetgeen in
totaal voor de klinieken een gemiddelden ver
pleegduur geeft van 56,2 (63,0) dagen.
Toezicht op de In aangewezen inrichtingen en
krankzinnigengestichten verpleegde patiënten.
Door regelmatige wekelijksche bezoeken aan de
drie bovengenoemde psychiatrische klinieken en
aan de gestichten Oud-Rosenburg en Bloemendaal,
alsmede door periodieke bezoeken ten getale van
75 (59) aan gestichten en de verzorgingsinrichtin-
gen buiten de Gemeente, waartoe 42 (36) dienst
reizen werden gemaakt, werd contact gehouden
met degenen, die de patiënten in de ernstigste
phase hunner ziekte behandelen en verzorgen en
wordt de band aangehouden met die patiënten,
welke tjjdelijk buiten de vrije maatschappij ver
blijven.
Aantal geasyleerde geesteszieken. Op 31 Decem
ber 1941 waren in de drie, klinieken 157 (129), in de
andere aangewezen inrichtingen 464 (470) en in de
krankzinnigengestichten 1 550 (1430), alzoo teza
men 2171 (2 029) geesteszieke patiënten in verple
ging voor rekening van de Gemeente aanwezig,
gevende bij een aantal inwoners van 507 319
(520 986) een promillagecjjfer van 4,28 (3,90).
Invloed van de nazorg op de asyleering. Dank
zij de medewerking van de directeuren der psy
chiatrische inrichtingen, kon dit jaar voor het
eerst een tamelijk objectieven indruk worden
weergegeven van den invloed van de werkzaam
heden der voor- en nazorg op het ontslag van de
patiënten uit psychiatrische inrichtingen.
In 1942 kwamen 419 patiënten onder de nazorg
na hun ontslag uit psychiatrische inrichtingen,
klinieken, gestichten en sanatoria. In 321 van deze
gevallen werd naar het inzicht van de behande
lende psychiaters het ontslag (resp. proefverlof)
uit de inrichting bespoedigd door de bemoeiingen
der afdeeling Geestelijke Volksgezondheid van
den GjG. en G.D.
Domiclliequaesties. Bij geschillen, gerezen tus-
schen overheidsinstanties over de verplichting tot
betalen van verpleegkosten in psychiatrische in
richtingen, werd door de psychiaters in 91 (92)
gevallen een specialistisch onderzoek ingesteld
naar het vermogen van de patiënten tot bewuste
keuze van het wettig domicilie, terwijl zij van
Rijkswege als aangewezen deskundigen op ver-