Vi VERTROUWELIJK. M VERSLAG van den Gemeentelijken Dienst van Haven- en Marktwezen te ’s-Gravenhage over het dienstjaar 1942. PERSONEEL. A. B. HAVENDIENST. I. VISSCHERSHAVEN. Ongevallen. Met betrekking tot de voorgekomen ongevallen is het volgende te vermelden. Op 7 Maart gleed, doordat de kade met een ijs laag was bedekt, een groote autobus in de le haven; het gevaarte werd den llden Mei verwijderd. In den nacht van 28 op 29 December zijn door het storm achtige weder en hoogen waterstand in de 2e haven gezonken de garnalenbooten KW 119, KW 131 en SCH 119; de vaartuigen zijn den anderen dag ge licht en drijvende gemaakt. Op den 30sten December zonken in de 2e haven 4 bakken geladen met zand; verder zijn 60 motorvisschersvaartuigen met defec ten motor door een ander motorvaartuig uit zee naar de haven gesleept. Buitenhaven. De toestand van de buitenhaven was gedurende het verslagjaar vrij gunstig; ondiepten, die na peilingen werden vastgesteld, werden door den zandzuiger opgeruimd. Quarantaine. Gedurende het verslagjaar kwam 2 maal nl. op 24 Juni en 10 Augustus een vaartuig binnen met een gewonde aan boord. Zooals gebruikelijk, werd de Eerste Hulpdienst hiermede in kennis gesteld, die voor het vervoer der patiënten naar een zieken- Treilvisseherij. Aan de treilvisseherij hebben gedurende korte- ren of langeren tijd 31 motorloggers en motor- treilers deelgenomen, die in totaal 237 reizen heb ben gemaakt op Scheveningen en op IJmuiden. Scheveningsche vloot behoorende vaartuigen wa ren 28 motorloggers en 2 stoomloggers voor de visseherü in IJmuiden gestationneerd, terwijl 3 motorloggers in andere havens waren opgelegd, resp. in reparatie waren. Evenmin als in 1941 kwamen ook in het afgeloo- pen jaar zeeschepen de Scheveningsche haven binnen. Tot ultimo December werden 1996 vaartuigen met een gezamenlijk laadvermogen van 131 317 ton naar de visschershaven geschut tegen 329 vaar tuigen met een laadvermogen van 8 482 ton in 1941. Geschut uit de visschershaven werden 1 928 vaar tuigen tegen 305 in 1941. Kustvisscherjj. Gedurende het afgeloopen jaar werd de kustvis- scherij wederom in hoofdzaak uitgeoefend door de kleine kustvisschers, die toestemming van de Duitsche Overheid verkregen des morgens uit te varen met de bepaling des avonds tijdig binnen te zjjn; de controle hierop geschiedt door de Duit sche Overheid. Scheepvaart. Op 1 Januari 1942 lagen in de haven de volgen de vaartuigen: 20 motorloggers. 37 groote en 80 kleine kustvisschersvaartuigen, 2 vletten, 1 bag germolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 vaartuig met zandstraalinrichting, 1 vaartuig van den zee- reddingsdienst, 1 motorreddingboot, 4 casco’s, 1 sleepboot en 2 vaartuigen van de Duitsche Weer macht, totaal 153 vaartuigen. Van de binnenlig gende vissehersvaartuigen behoorden 14 groote en 52 kleine kustvisschersvaartuigen in andere havens thuis. In het geheel kwamen binnen 13111 vaartuigen met een inhoud van 541 901 m3 tegen 18 073 vaar tuigen met een inhoud van 1465 762 m3 in 1941. Op 31 December 1942 lagen in de haven 16 motor loggers, 32 groote en 100 kleine kustvisschersvaar tuigen, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onderlos sers, 1 sleepboot, 1 vaartuig met zandstraalinrich ting, 1 motorreddingboot, 1 ongemerkt vaartuig, 2 casco’s en 1 vaartuig van de Duitsche Weer macht, totaal 159 vaartuigen. Van de binnenlig gende vissehersvaartuigen behoorden 13 groote en 62 kleine kustvisschersvaartuigen in andere ha vens thuis. Op 1 Januari 1942 bestond de Scheveningsche vloot uit 48 motorloggers en 1 stoomlogger; in den loop van het jaar werd 1 motorlogger omgebouwd tot stoomlogger. Van de op 31 December 1942 tot de Gedurende het verslagjaar hadden de volgende mutaties plaats: De Bureauchef C werd met ingang van 1 Januari bevorderd tot administrateur A. Het personeel werd uitgebreid met 2 tijdelijke controleurs A en 2 schrijvers 2e klasse. In verband met het onderbrengen bij mijn Dienst van de groente- en fruitvoorziening van de Ge meente werden daarenboven in dienst genomen een crisisambtenaar en acht tijdelijke controleurs. Met ingang van 18 November werd de Hoofd commies ter Gemeentesecretarie J. A. Schill toe gevoegd als vertegenwoordiger van den Burge meester bij de groente- en fruitvoorziening der Gemeente. In den loop van het jaar werden 6 personen, t.w. 1 schrijver 2e klasse en 5 tijdelijke werklieden in het buitenland te werk gesteld. In de daardoor ontstane vacatures werd voorzien door de aan stelling van tijdelijk en los personeel. Aan het einde van het verslagjaar waren 47 per sonen in vasten en 30 in tydelijken dienst aan het Haven- en Marktwezen verbonden; hiervan waren 3 tijdelijke ambtenaren bij het Gemeentelijk Eva- cuatiebureau gedetacheerd.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1942 | | pagina 37